Een kijkje in de keuken: woonvorm met regie voor familie
Familie-initiatieven voor mensen met dementie zijn al gemeengoed in Duitsland, maar voor Nederland nog nieuw. Amsterdam krijgt de primeur. Daar komt het OdenseThuis, een kleinschalige woongroep voor mensen met dementie. Zij gaan daar wonen zoals thuis, onder regie van hun naasten. Juliëtte van Gelder, voorzitter van de stichting OdenseThuis, en Henk Nouws, kwartiermaker, namen vorig jaar deel aan een excursie-georganiseerd door Aedes vereniging van woningcorporaties- aan enkele vergelijkbare initiatieven in Keulen.
In Keulen is in 2006 is de eerste woongemeenschap voor mensen met dementie, gerund door familie, geopend. Er zijn inmiddels 17 woongroepen in Keulen die goed lopen en elkaar ook van ideeën voorzien. Monika Schneider heeft het concept samen met de GAG ontwikkeld. Zij ontvangt ons in een ontmoetingsruimte van een complex dat ook door buurtbewoners wordt gebruikt. In dit complex is een woongroep voor ouderen met dementie gevestigd waarbij de familie de regie voert. ‘We willen altijd één verdieping in een complex voor de woongroep hebben en niet meerdere woongroepen. Dat voorkomt het instellingsgevoel en maakt dat bewoners echt midden in de wijk wonen tussen andere bewoners.’, zegt Schneider.
Er wonen 8 tot 10 bewoners met dementie in iedere woongemeenschap. ‘Dat is een prettige groepsgrootte.’ Ieder heeft een eigen appartement en er is 24-uurszorg aanwezig. In sommige woongroepen hebben de bewoners een eigen badkamer maar meestal niet. Er is een keuken en een gemeenschappelijke huiskamer. De bewoners richten hun appartement en de huiskamer zelf in. Overdag zijn er doorgaans twee medewerkers aanwezig en ’s nachts één. De bewoners hebben allemaal een individuele overeenkomst met dezelfde zorgaanbieder die de families en bewoners gezamenlijk uitkiezen. De GbR, de rechtsvorm die is opgericht, is telkens de huurder. ‘De familie moet natuurlijk wel bereid zijn zich zo in te zetten.’ ‘We krijgen ook verzoeken van mensen die geen dementie hebben om in een woongroep te wonen. Zo mooi vinden mensen deze woonvorm, vertelt Schneider.
Moderator permanent nodig
Als een bewoner overlijdt of verhuist dan moeten de bewoners en hun familie een nieuwe bewoner vinden. De GAG helpt in financiële zin de groep wel bij leegstand maar dat is bij andere woongroepen niet gebruikelijk.
Volgens Schneider zijn de kosten voor deze woonvorm niet hoger dan wanneer iemand in een verpleeghuis woont. Alleen zijn de kosten anders verdeeld. Er zijn meer handen aan het bed in deze kleinschalige woonvorm. Dat is mogelijk omdat de familie zo betrokken is en veel regelwerk voor haar rekening neemt. ‘Iedere woongroep heeft een moderator’, vertelt Schneider. ‘Wij adviseren de groep, bemiddelen bij eventuele conflicten. Dit blijft permanent nodig. Ik dacht eerst dat groepen alleen in de startfase een moderator nodig hadden. Maar ik weet inmiddels dat het permanent nodig is.’ De intensiteit van de begeleiding verschilt per groep. Schneider en collegae voelen aan als ze actie moeten ondernemen. ‘We hebben zoveel ervaring dat we weten wanneer we pro actief een kijkje moeten nemen in de groep.’ Zij organiseert ook bijeenkomsten voor familieleden en professionals over thema’s als dementie. De professionals hebben veel kennis hierover maar de familie ook. Tijdens de bijeenkomsten leren zij van elkaar.
Wennen geblazen
We nemen een kijkje bij de woongroep Alte Wipperfürther Strasse die sinds 2011 bestaat en ons valt de huiselijke en ontspannen sfeer op. Maar ook dat er veel ruimte ongebruikt is. In deze groep wonen alleen vrouwen, acht in totaal. De heer Schmitt van de zorgorganisatie Hamacher Gesundheitsdienste loopt met ons mee en zegt: ‘Zorgmedewerkers moesten erg wennen dat zij werken in de woning van de bewoners. Het zijn hún woningen. De bewoners en de familie bepalen de gang van zaken.’
Stefanie Ersfeld is werkzaam bij de gemeente Keulen en is erg te spreken over de woongemeenschappen. ‘We hebben als stad positieve ervaringen met deze woonvorm. En ze zijn hard nodig want we hebben een groot tekort aan plekken voor mensen met dementie. Voor deze woonvorm zijn er lange wachtlijsten.’ Als gemeente brengt zij partijen bij elkaar, zodat professionals die betrokken zijn aan één tafel zitten. Dat stemt makkelijker af. Volgend jaar start een groot project over de toekomst van de zorg.’ We hebben alternatieve ideeën nodig voor de ambulante zorg.’
Schitterend alternatief
De ASG is een evangelische onderneming die betaalbare en duurzame huisvesting voor kwetsbare mensen verzorgt en zo’n 1706 woningen in Keulen heeft waarvan 665 voor senioren. De heer Guido Stephan, directeur bij de ASG, wilde graag meedoen met dit woonconcept. ‘Het is een schitterend alternatief voor het verpleeghuis.’ De heer Schmitt van de zorgorganisatie ziet voor- en nadelen bij deze woonvorm. Het is makkelijk om personeel te vinden, het is waardevol voor zowel de bewoner, de familie als het personeel. Dat zijn de grootste voordelen. Een nadeel is dat het concept veel overleg vraagt tussen de bewoners, familie en het personeel. En niet iedereen past in zo’n woonvorm. Als je geen familie hebt, dan is zo’n woonvorm lastig omdat er dan geen mantelzorger beschikbaar is voor de groep. Als de groep het prima vindt dat er geen mantelzorger is, dan kan het incidenteel toch.
We bezoeken vervolgens Mathiaskirchplatz, een woongroep op de begane grond van een nieuw seniorencomplex waar 8 bewoners wonen. We vinden de sfeer daar ook heel aangenaam, de buitenruimte fijn maar de kamers klein en de vloer wat ‘institutioneel’ ogen. Dit is één van hun eerste projecten geweest en als ze het nu over zouden mogen doen, dan zou de woonkwaliteit meer aandacht krijgen.
Terug in de bus naar Nederland is het tijd om de balans op te maken. Juliette van Gelder en Henk Nouws hebben in Keulen met eigen ogen gezien hoe prettig en natuurlijk mensen met dementie in hun eigen omgeving kunnen worden opgevangen en verzorgd. Veel mensen en organisaties dragen een steentje bij om deze woonprojecten tot een succes te maken. Woningaanbieders, zorgaanbieders en gemeente schenken de familieleden hun oprechte vertrouwen omdat ze geloven in het eigen initiatief van de burger. Voor Juliette en Henk voelt het een beetje alsof ze vandaag al waardering oogsten, hoewel in eigen land de eerste steen nog moet worden gelegd. Kan het in Duitsland, dan lukt het bij ons ook! Duitsland heeft minstens net zoveel regelgeving op alle gebieden als Nederland. De familie-initiatieven tonen aan dat je geen grote professionele organisatie hoeft te zijn om je in die complexe omgeving te handhaven en succes te behalen. Dit inzicht wordt gedeeld met de andere deelnemers aan de excursie – woningcorporaties, overheden en zorgaanbieders uit Nederland. Uit hun reacties valt op te maken dat de combinatie van gemotiveerde families aan de ene kant en slim opererende organisaties aan de andere kant een heel nieuw palet aan woonconcepten mogelijk maakt, ook in eigen land.
Dit artikel is tot stand gekomen met hulp van Henk Nouws
Bekijk de bijlagen en grafieken bij dit artikel >>
Reactie toevoegen