Lea is een ervaringsdeskundige ZorgSaamWonen blogschrijfster. Ze voelt een maatschappelijke druk om te verhuizen. De woongroep waarvoor ze zich jaren geleden inschreef, leek haar op een gegeven moment wel wat. Maar wat bleek? Ze was al te oud. Ze besloot opnieuw te genieten van haar huis (blog #1). Toch blijft het knagen. Ze leest iets over hospihousing (blog #2). Lukt dat dan?
De juiste vibe

Het voelde weer even als schoolgym. Als laatste gekozen worden bij een potje basketballen omdat iedereen wel weet dat wedstrijdjes me niet interesseren. Ik juich als de tegenstander een prachtig doelpunt scoort. Gewoon, omdat het een mooi doelpunt was. Dan is het toch niet erg als het andere team wint?
Het voelde weer even als een afwijzing na een sollicitatie. Dat je niet door de eerste ronde komt omdat je aangeeft geen auto van de zaak te willen: omdat je wel je rijbewijs hebt, maar eigenlijk niet kan en ook niet wil rijden. Nou, zo’n gevoel had ik vanmorgen ook toen ik via Hospihousing hoorde dat de student toch voor een andere woning had gekozen. Omdat het andere huis “een betere vibe” had. Dat had ik niet verwacht, zeg.
Het zit zo. Ik heb dus kennis gemaakt met een student die een woning zoekt, dichtbij de hogeschool waar hij studeert. Ik heb ruimte zat en wil dit best verhuren aan een jongere. Ik benaderde de organisatie die bemiddelt tussen hospita en jongere.
Vorige week kwam hij langs, mijn eerste bijna match. Hij, Stefan, 22 jaar, een Limburger, stond vrolijk op mijn stoep. Ik mocht hem meteen. Hij vertelde honderduit over zijn studie. Hij studeert iets onnavolgbaars. Iets met planet, earth en nog iets. Ik grapte: “Oh earth, wind and fire?” Misschien was het dit flauwe grapje dat hem tegenstond? Ik dacht dat we een klik hadden. Hij vond het huis leuk. De buurt “chill en lekker dichtbij het station”. Ook vond hij het fijn dat hij een ruime kamer kreeg, een aardige tuin en genoeg opbergruimte. Hij keek blij toen ik aangaf veel op pad te zijn, absoluut niet eenzaam was, dus hem niet zou claimen. Maar het wel leuk vond als hij vrienden zou meenemen. En harde muziek kan ik ook waarderen.
We kletsten lang en ook best persoonlijk. Hij vertelde over zijn achtergrond en zijn ambities, over zijn dromen én obstakels. Hij luisterde ook naar mijn verhalen. Ik genoot van de kennismaking en zag het helemaal zitten met hem. Ik schreef meteen op wat hij me allemaal had toevertrouwd: dat hij graag Aziatisch eet en het leuk vindt om af en toe samen te koken en te eten. Dat ie van film houdt en van opgeruimde, nette kamers. Dat laatste wordt nog een uitdaging voor me, maar ook wel goed om een reden te hebben weer eens iets op te ruimen. Ik glimlachte bij mezelf: dit wordt een omgekeerde wereld. Hij, een jongere, die mij wijst op troep.
Ik maakte in gedachten al plannen: zijn Limburgse ouders eens uitnodigen want het is altijd leuk om kennis te maken met iemands ‘nest’. Ik schreef zijn verjaardag al op: 8 oktober. En ik noteerde alvast een kadosuggestie die ik bedacht: boek van Tim Fransen.
Maar goed. Het liep anders. Stefan heeft blijkbaar een andere match gevonden. Zo liet de bemiddelende organisatie weten. Ik heb een blauwtje gelopen. En al heb ik vaker met dit bijltje gehakt, het was toch even slikken geblazen. Ik besluit niet bij de pakken neer te zitten en zet keiharde muziek op. Ik zing zo luid en vals ik kan. Zo, nu ik geen huisgenoot heb, kan ik ongegeneerd lawaai maken en me even misdragen.
Of ik een nieuwe match wil? Misschien. Voorlopig geniet ik even van het niet-hospita zijn. En kijk het huis nog eens rond. Ik geef de muur een schouderklopje, ik vind de ‘vibe’ prima.
Reactie toevoegen