"We moeten weer leren ontwerpen voor collectieven", stellen Jeroen Osendarp en Joris te Witt (partners en architecten bij AG NOVA architecten). En wat verandert er nog meer voor hen, nu de zorg zo onder druk staat? Onze partner Stedebouw & Architectuur sprak met het duo over kansen en dilemma’s.
Een gebouw moet zorgconcept niet dicteren, maar faciliteren

De architecten van AG NOVA werken al ruim vijftien jaar aan maatschappelijke opgaven als betaalbaar wonen en jeugd- en ouderenzorg, en kozen niet voor niets het motto ‘vorm geven aan samen leven’. “Bij AG NOVA werken we aan gebouwen die meer zijn dan een verzameling stenen. We willen plekken creëren die het leven van bewoners echt verbeteren”, legt Jeroen Osendarp uit. “Dat vraagt om maatwerk, maar ook om oog voor sociale samenhang en nieuwe woonconcepten die bewoners met elkaar verbinden. Een gebouw moet voorts het zorgconcept niet dicteren, maar faciliteren.”

S&A: Hoe heeft jullie werkveld in de zorg zich ontwikkeld?
AG NOVA: “Er komt een dubbele vergrijzing op ons af, maar voor de zorg van deze mensen is er niet meer voldoende personeel. Zorginstanties denken daarom steeds meer aan oplossingen in de buurt, zodat mensen zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen met ondersteuning van mantel- en professionele zorg en de zorgpakketten. Zo wordt de stap naar de intramurale zorg in instellingen uitgesteld of voorkomen. Locaties die zich vroeger heel eenzijdig richtten op verpleeghuiszorg, zoeken nu steeds meer naar verbinding met buurten en omgevingen. En proberen met bijvoorbeeld gewone woningen of een kinderdagverblijf ook andere doelgroepen op hun terrein te halen, zodat een wisselwerking ontstaat tussen vragers en dragers: mensen die zware zorg nodig hebben en mensen die iets voor het geheel kunnen betekenen. Dit concept met een mix van bewoners passen we nu toe in het project De Pol in Nijkerk.”

S&A: Wat krijgen jullie dan nu vooral op de tekentafel?
AG NOVA: “Als vaste architect van Woonzorg Nederland zijn wij vooral bezig met twee woonvormen: Volledig Pakket Thuis (VPT)-complexen of het eigen huis waarin men zo lang mogelijk kan blijven wonen. Een VPT-complex richt zich op mensen die, vaak nog zonder zorgvraag, vroegtijdig kiezen voor een aangepaste woonomgeving. Hier ontstaat een zorgzame gemeenschap, waarin bewoners elkaar ondersteunen. Dit bevordert de sociale samenhang en voorkomt eenzaamheid. Cruciaal is dat deze woonvormen altijd worden gerealiseerd in de buurt van een zorgsteunpunt of intramurale voorziening. Hierdoor blijft er een vangnet voor professionele zorg en ondersteuning en kunnen ze er dankzij de zorgpakketten tot hun overlijden blijven wonen. Blijven mensen echter liever in hun eigen huis wonen, dan bestaat de ondersteuning uit een combinatie van mantelzorg, welzijnsvoorzieningen, thuiszorg en domotica. Slimme technologie speelt hierbij een cruciale rol, zoals valdetectie, digitale alarmering en leefstijlmonitoring. Als de situatie echter niet meer houdbaar is, verhuizen zij naar een intramurale verpleeghuisomgeving. Vervolgens zie je dat mensen daar nog maar zes tot acht maanden wonen. Dat is bijna een hospice. Het is in de nabije toekomst onvermijdelijk dat mensen sowieso langer thuis blijven wonen in bestaande wijken, zodat we onze wijken en onze samenleving daar goed op moeten voorbereiden.”
- Participatie bewoners
Bij AG NOVA staat de beleving van bewoners voorop. Krijgen zij dan ook veel inspraak in een ontwerp? Bij het Landgoed Blom (Amersfoort) werkt AG NOVA in dat kader met een pioniersgroep bestaande uit een selectie van belangstellenden. In dit project gelden bepaalde kernwaarden, zoals omzien naar elkaar en in harmonie leven met de natuur, en als je hier wilt gaan wonen, conformeer je je daaraan. Met de pioniersgroep wordt intensief gesproken over hoe het wonen gaat plaatsvinden, hoe de groep gaat functioneren, welke ruimtes er nodig zijn en welke ruimtes en voorzieningen ze kunnen delen. Verder wordt gekeken naar de toekomst, zodat ook volgende generaties de kernwaarden onderschrijven. Dit alles gebeurt nog voor de DO-fase. “Uiteindelijk leidt dit niet alleen tot betere ontwerpen, maar ook tot een grotere betrokkenheid en tevredenheid bij de bewoners.”
S&A: Wat is er hierdoor voor de architect veranderd?
AG NOVA: “We moeten weer leren ontwerpen voor collectieven en voor ontmoeting als bouwsteen voor sociale cohesie. Door jarenlang doelgroepen en functies als wonen, werken en zorg uit elkaar te trekken, hebben we in onze bestaande steden monoculturen gecreëerd. Zoom je bijvoorbeeld in op de Vinex-wijken, dan zie je dat die architectuur er niet op is gericht om elkaar te ontmoeten en de samenleving te faciliteren. Nog in de jaren zestig en zeventig maakten volkshuisvesters als Aldo van Eijck, Piet Blom en Herman Hertzberger wél plekken waar je elkaar kon ontmoeten. Daarom denken wij altijd na over hoe een gebouw een rol kan spelen in de buurt en hoe je met verschillende doelgroepen door elkaar in één gebouw kunt wonen. En vragen we ons af: hoe kunnen bewoners elkaar ontmoeten, hoe kan interactie worden gestimuleerd en hoe kunnen mensen elkaar beter leren kennen? Gebeurt dat niet, dan ben je ook niet genegen om iets voor elkaar te doen. Verder kun je in bestaande wijken de gewenste mix bereiken met kleine ingrepen als het vervangen van enkele eengezinswoningen door kleine seniorenwoningen. Hierdoor kunnen ouderen in hun buurt en sociale netwerk blijven wonen door te verhuizen naar een woning waar op termijn ook zorg kan worden verleend. Het is een kwestie van een soort stadsacupunctuur, met kleine speldenprikken die buurten leefbaarder maken. Verder zouden alle nieuwbouwwoningen in Nederland zorggeschikt moeten zijn, want van niet-zorggeschikte woningen hebben we er wel voldoende.”
- Badkamers
Bij AG NOVA merken ze dat grote badkamers in de zorg op hun retour zijn en de ontwerpen terugkeren naar de menselijke maat. Met allerlei voorzieningen waren die badkamers op een gegeven moment wel negen vierkante meter. Voor sommige doelgroepen is dat nog steeds wenselijk, maar nu wordt eerst gekeken naar wat voor de bewoner prettig is. Als mensen nog zelfstandig naar het toilet gaan, hebben ze liever meer houvast aan bijvoorbeeld een wastafel.

S&A: Jullie klinken bijna als een soort maatschappelijk werkers. Is er in de architectuur voldoende aandacht voor alle zachte kanten?
AG NOVA: “Het gaat ons niet alleen om mooie, tijdloze en duurzame architectuur, maar ook om de menselijke maat. En hoe ontwerp je een plek waar mensen fijn met elkaar kunnen samenwonen? Daar is de sector de afgelopen jaren aan voorbijgegaan. In het vastgoed ging het vaak over geld en niet over een omgeving om met elkaar samen te leven. Dat gaan we echter juist heel hard nodig hebben. Architectuur is een middel om een doel te bereiken en dat wordt nog weleens vergeten. Architecten kunnen heel goed efficiënte gebouwen ontwerpen, waar heel efficiënt zorg kan worden verleend, maar we moeten veel meer gaan werken vanuit de beleving van zowel bewoners, als mantelzorgers en medewerkers. Met een gebouw waarin je verschillende plekken hebt en je verschillende belevingen ervaart. Echt kleine werelden op zich en daarom zeggen wij altijd: als het gebouw je wereld wordt, maken wij een werelds gebouw.”
Ontdek nu deze drie fraaie zorgprojecten van AG NOVA architecten:
Tekst: Ysbrand Visser (Stedebouw & Architectuur)
Beeld bovenaan: De Pol in Nijkerk, woonzorgzone vormgegeven als hofje.
Artist impressions: AG NOVA architecten
Reactie toevoegen