De inrichting van beleefgangen voor mensen met dementie
Ons persoonlijk lid Tjitske Zuidema heeft weer een blog voor ons geschreven. Deze keer gaat de blog over de inrichting van beleefgangen van woonzorglocaties voor mensen met dementie.
Ik krijg de laatste veel vragen over de inrichting van beleefgangen in woonzorglocaties voor mensen met dementie.Om de inrichting van een woonomgeving en dus ook de gangen goed aan te sluiten bij de belevingswereld van mensen met dementie moet je kennis hebben van
- waarnemingsstoornissen,
- prikkelverwerking,
- over de consequenties van verminderde mobiliteit
- valpreventie
In deze blog ga ik uit leggen wat waarnemingsstoornissen zijn en hoe je daar rekening mee kunt houden bij de inrichting van (beleef)gangen
Wat zijn waarnemingsstoornissen?
Oudere mensen krijgen op een gegeven moment problemen met hun visus door staar, macula degeneratie of andere oogaandoeningen. Deze aandoening heeft een negatief effect op hun gezichtsscherpte. Bij mensen met dementie komen er door de hersenbeschadigingen ook nog waarnemingstoornissen bij. Ook al is hun visus misschien nog redelijk goed, toch zullen ze veel dingen niet meer goed zien oftewel kunnen waarnemen. Waarnemen van de omgeving om je heen is een samenwerking tussen de ogen en het brein.
Mensen met waarnemingsstoornissen kunnen moeite hebben met
- het herkennen van mensen of voorwerpen,
- met de oriëntatie; herkennen waar ze zijn en het terugvinden van hun appartement of gemeenschappelijke woonkamer
- met het zien van statische prikkels. Statische prikkels zijn niet bewegende of geluidloze prikkels.
Mensen met dementie hebben moeite met het waarnemen van statische prikkels.
In ruimtes waar vooral statische prikkels zijn, zal men op zoek gaan naar een sterke prikkel. Een sterke prikkel kan bijvoorbeeld een raam aan het einde van de gang zijn waar veel licht door komt. Of een plek waar veel reuring is zoals bij deuren (liften!) waar veel mensen in- en uitlopen. Het feit dat mensen met dementie veel bij uitgangen of liften zijn is niet altijd omdat ze weg willen maar omdat hier het meeste te beleven valt! Mensen met waarnemingsstoornissen hebben dynamische prikkels nodig om op te kunnen merken. Dynamische prikkels zijn prikkels met geuren, geluiden en alles wat beweegt. Dynamische prikkels die de hele dag door gaan, worden op een gegeven moment statische prikkels!
Hoe kun je er voor zorgen dat er in de woonomgeving voldoende dynamische prikkels zijn?
- Visueel: Zorg dat er visueel iets te beleven valt door gebruik te maken van licht (lavalamp, discobal, fluorescerend licht) of beweging (mobiel hangend aan het plafond, beleef-tv o.i.d. )
- Auditief; Dit kan door in een beleefhoek gebruik te maken van muziekinstrumenten of spelmateriaal met geluid. Ook kan door gebruik te maken van sensoren de muziek pas aan gaan wanneer de bewoner in de buurt is. Het is belangrijk om je te realiseren dat dynamische prikkels die de hele dag door gaan op een gegeven moment statische prikkels worden!
- Tactiel; zorg dat er bij beleefplekken ook iets te doen valt. Dit kan variëren van (laden)kastjes die open en dicht kunnen en waar bepaalde voorwerpen van verschillende structuren in zitten of de aanwezigheid van kussen of knuffels van verschillende stoffen, vullingen en variërend in gewicht.
Maak gebruik van kleur! Kleur is eigenlijk de beste sfeermaker
Door te spelen met kleuren kun je de aandacht naar een bepaalde plek trekken of juist de aandacht van een bepaalde plek weg houden. Dit kun je doen door bij het gebruik van diepere, verzadigde kleuren een lichte of een felle kleur toe te passen. Ook kun je variëren in het gebruik van donkere en lichtere kleuren. Je kunt mensen hierdoor naar een bepaalde plek laten trekken of juist van een bepaalde plek weg houden. Verf de muur en de voordeur bijvoorbeeld in dezelfde kleur zodat de voordeur niet meer zo op valt en zorg dat er in de directe omgeving iets te doen en benadruk dit met een felle en/of lichte kleur. Door het toepassen van kleuren kunnen mensen zich ook beter oriënteren,
Nog iets over het gebruik van afbeeldingen
In gangen wordt veel gebruik gemaakt grote afbeeldingen van dorpsgezichten. De kans dat mensen met dementie deze afbeeldingen nog in z’n geheel kunnen waarnemen is erg klein. Om een grote afbeelding goed te kunnen zien moet je de afbeelding scannen. Gezonde hersenen doen dit razendsnel en zullen er een betekenis aan kunnen geven, beschadigde hersenen zullen moeite hebben om van al deze scans 1 plaatje te maken en zullen de afbeelding gefragmenteerd waarnemen. Ze zullen er ook geen betekenis aan kunnen geven. Mensen met dementie zullen misschien kleine details (bv een poes of iemand op de fiets) wel herkennen en hier waarschijnlijk ook wel plezier aan beleven
Reactie toevoegen