Omdat er veel verkeerd gaat bij het inrichten van fysieke leefomgevingen van mensen met dementie, wordt er een cursus gegeven over de do’s en dont’s. Doel is het leven van deze mensen te verlichten.
Bouwen en inrichten voor mensen met dementie
Bij het bouwen en inrichten van leefgebieden voor mensen met dementie komen twee uitersten bij elkaar. Vanuit de bouw is het bouwbesluit leidend, vol met getallen als stroefheidswaarden, geluidsbelasting, isolatiewaarden, luchtverversingscapaciteit en andere getalsmatige normen. Allemaal nuttige uitgangspunten die er niet voor niets zijn. Aan de andere kant staat de gebouwgebruiker: in dit geval een mens die aan dementie lijdt. Een mens die zich niet meer goed kan uiten en de omgeving totaal anders ervaart dan zijn of haar gezonde medemens. De fysieke omgeving kan zeer doen en angstig maken: snijdende en ketsende geluiden van bestek, gevaarlijke zwarte gaten van TV screens tot plekken waar je verdwaalt en niet meer weet waar je heen moet. Ed van Thijn noemde het ooit scherp: ‘Waar de mens telt, telt het getal niet; en waar het getal telt, telt de mens niet’. Het getalsmatige bouwbesluit blijkt onvoldoende te zijn om de kwalitatieve waarden die oh zo noodzakelijk zijn voor mensen die aan dementie lijden, invulling te geven. Kwantiteit en kwaliteit blijken niet altijd samen te gaan. Dat geldt overigens voor elk mens, omdat we de fysieke omgeving niet absoluut ervaren maar relatief. Een kwalitatieve toevoeging blijkt nodig te zijn, om het leven van deze mensen iets te kunnen verlichten, ook al weegt het lot loodzwaar. Een kwaliteit dus waarbij licht niet bruut is maar verlichtend, temperatuur niet kil is maar verwarmend, kleur niet levenloos is maar versterkend, ruimtes niet wijkend zijn maar omhullend, inrichtingen niet nietszeggend zijn, maar sprekend. Waar de mens telt, telt kwaliteit.
Neem voor meer informatie contact op met Iris Bakker via iris.bakker@levenswerken.eu of 06 - 12 46 39 64 of kijk op levenswerken.eu.
Reactie toevoegen