Geclusterd wonen; langer vitaal?
De deelnemende organisaties aan Netwerk Vitaliteit.
‘Een onsje welzijn scheelt een kilo zorg’, wordt vaak gezegd over geclusterd wonen. Wanneer ouderen samen wonen is er meer ontmoeting en onderlinge steun mogelijk. Dat geeft een besparing op de zorg- en maatschappelijke kosten, is de aanname. Maar kunnen we dat ook hard maken? Met het wetenschappelijk onderzoek ‘De effecten van geclusterde woonvormen op welbevinden, kwaliteit van leven en zorgconsumptie’ van het Netwerk Vitaliteit probeert een consortium van universiteiten, hogescholen en maatschappelijke organisaties zicht te krijgen op de werkzame mechanismen van collectief wonen. Knarrenhof Nederland is de initiator van dit onderzoek. ZorgSaamWonen sprak met Conny Moons, projectmanager van het onderzoek.
Kennis vanuit verschillende invalshoeken
Twee weken geleden hadden we de tweede bijeenkomst van het Netwerk Vitaliteit, vertelt Conny Moons enthousiast. ‘Het is geweldig om te zien hoe ruim 30 verschillende organisaties aan tafel zitten en vanuit hun eigen vakgebied bijdragen aan dit onderzoek; architectuur, bouwkunde, sociale wetenschappen, zorgkantoren, woningcorporaties, gemeenten. We hebben het onderzoek verdeeld in werkpakketten die door verschillende vakgroepen worden uitgevoerd. Het type onderzoek is heel verschillend. We vergelijken 1300 complexen met elkaar op zorggebruik. Dat is keihard kwantitatief data-onderzoek. Daarnaast doen we bijvoorbeeld kwalitatief onderzoek naar welbevinden. Studenten van de Hanzehogeschool gaan in gesprek met bewoners van wooncomplexen voor ouderen. Ook brengen we veel bestaande kennis bij elkaar. Dat allemaal samen gaat inzicht geven in de kosten en baten van collectieve woonvormen en de werkzame mechanismen.’
Effecten op langere termijn
‘Als we beter weten hoe het werkt, wat maakt dat ouderen in een collectieve woonvorm meer of minder zorg gebruiken of waarom ze langer vitaal blijven, dan kunnen we ook meer zeggen over de kosten en de baten’, licht Conny toe. ‘Want de effecten van collectief wonen zijn lastig te meten. Pas op langere termijn zie je wat het wonen in een hofje of een ouderencomplex met mensen doet. Het onderzoek is een mix van onderzoekstechnieken in kort cyclische deelonderzoeken. Professor Eric Buskens van het UMC Groningen is samen met zijn team, de wetenschappelijke trekker. ‘We zijn begonnen met een quick scan en deze resultaten worden weer meer genomen in het vervolg. Het ministerie van VWS is een belangrijke financier van het onderzoek. Voorlopige voor één jaar, met de mogelijkheid voor verlenging.’
Sleutelfactoren voor vitaal blijven
‘We weten al veel over de sleutelfactoren voor vitaal oud worden’, vertelt Conny. ‘Als we kijken naar vitale gemeenschappen overal in de wereld, zien we dat van betekenis kunnen zijn een belangrijke factor is. Het hebben van een sociaal netwerk draagt daar enorm aan bij. We weten dat ook in collectieve woonvormen, ontmoeten niet vanzelf gaan. Er is iets of iemand nodig om mensen met elkaar in contact te houden. Anja Machielse heeft daar onderzoek naar gedaan. We moeten niet denken dat geclusterd wonen een magische ingreep is en het dan wel goed komt en we niets meer met welzijn en zorg hoeven te doen. Een tweede belangrijke factor is dat hofjes en wooncomplexen in een bepaalde buurt komen. Hoe ziet die buurt eruit? Zijn er bankjes, is de straat toegankelijk met een rollator, kunnen mensen meedoen in de buurt? Dan krijg je een grotere gemeenschap waar ontmoeting en wederkerigheid mogelijk is.’
Hoge woontevredenheid van bewoners
Conny hoopt dat het onderzoek helpt dat bewoners van geclusterde woonvormen daadwerkelijk de positieve effecten ervaren. ‘We zien dat bijvoorbeeld in de hofjes in Zwolle de woontevredenheid hoog is terwijl in sommige serviceflats die we onderzoeken, bewoners elkaar niet kennen en eenzaamheid ervaren. Beide zijn geclusterde woonvormen maar blijkbaar gebeurt er iets anders.’ Ze geeft aan dat het onderzoek niet gericht is om één manier te vinden waarop het moet. Los van alle belangen van de verschillende betrokken partijen zoeken ze naar wat werkt. Er zijn zoveel varianten van geclusterde woonvormen. ‘We zoeken naar de grotere antwoorden. Als we weten wat de belangrijke ingrediënten zijn, kunnen de woonoplossingen heel gevarieerd zijn.’
Heb je relevante artikelen of onderzoeken die een bijdrage kunnen leveren aan het onderzoek, stuur dan een berichtje aan Conny Moons onderzoek@netwerkvitaliteit.nl
Zin om een Knarrenhof te bezoeken? Op 7 december zijn er nog een paar plekken beschikbaar bij de excursie naar Het Groene Hof in Gouda.
Reactie toevoegen