In het nieuwe themanummer van Stedebouw & Architectuur, Gezondheid & Welzijn, koos gasthoofdredacteur Yvonne Witter (ZorgSaamWonen) voor veel diepgravende verhalen over ontmoetingsgericht ontwerpen en bouwen. Ontdek haar grote passie in de column die ze daarover schreef.
De sociale meerwaarde van geclusterde woonvormen

Foto: Shutterstock
Hoe een partytent (niet) bijdraagt aan ontmoeting
Laatst was ik op bezoek bij een woongemeenschap in Zuid-Holland, waar ruim zeventig senioren samen wonen. De bewoners zijn over het algemeen erg enthousiast over deze woongemeenschap. Zij ondernemen samen activiteiten en kijken naar elkaar om. Toch worstelen zij met twee architectonische missers.
Er is ten eerste geen gemeenschappelijke ontmoetingsruimte. Zij hebben dit opgelost door een partytent in de gemeenschappelijke binnentuin te plaatsen. Daar kunnen ze koffie drinken en spelletjes spelen. De tent begon na een jaar al te schimmelen en in de wintermaanden is het er sowieso niet prettig. Ze zijn inmiddels al een tijdje bezig met het vinden van een alternatief. Zoals het uitwijken naar een wijkcentrum. Veel bewoners willen echter hun gebouw niet graag verlaten, zeker ’s avonds laat niet.
Het was eenvoudiger geweest als er vanaf het begin rekening was gehouden met een ontmoetingsruimte. Misschien kunnen bewoners met de corporatie overwegen om een bestaande woning in het complex vrij te maken, zodat deze kan fungeren als ontmoetingsruimte. Dat gaat ten koste van een woning, maar het levert veel op.
Een tweede uitdaging komt voort uit het feit dat het complex uit twee gedeelten bestaat en twee aparte ingangen heeft. Niet alle bewoners komen elkaar automatisch tegen. Dat is voor de sociale cohesie niet gunstig en versterkt een wij-zijgevoel. Natuurlijk ontmoeten de bewoners uit de verschillende gedeelten elkaar wel tijdens gezamenlijke bijeenkomsten, maar het praatje bij de lift, trap of postbussen vindt slechts met een deel van de bewoners plaats. Dat ondermijnt het groepsgevoel meer dan van tevoren was verwacht.
Dat is ook de ervaring van een wooncomplex in een ander deel van het land. Daar is recent een intergenerationeel woonconcept opgeleverd. De jongeren wonen echter in een aparte toren, zodat jong en oud elkaar niet makkelijk tegenkomt. Dat lukt alleen maar als je elkaar toevallig tegenkomt. Dat maakt het makkelijker om contact te leggen en te onderhouden. Juist die toevallige ontmoetingen dragen bij aan het gevoel van saamhorigheid. Dat kun je stimuleren door brede entrees te maken, met zitjes bij de lift en nisjes en plekjes waar mensen elkaar kunnen ontmoeten. Verder zie je in veel complexen waar bewoners samen wonen, dat dit gebeurt bij gemeenschappelijke ruimten, zoals een werkatelier, tuin, wasruimte of fietsenstalling.
Spontane ontmoetingen worden bovendien positief ervaren door bewoners. Dit blijkt ook uit recent onderzoek door Woonzorg Nederland, de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN), en de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e) naar de mogelijke sociale meerwaarde van geclusterde woonvormen voor senioren in de sociale huursector. De onderzoekers concluderen dat het merendeel van de respondenten laagdrempelige contacten, zoals elkaar groeten of een kort praatje maken, erg waardevol vindt. De onderzoekers benadrukken dat het voor het stimuleren van spontane ontmoetingen belangrijk is om inzicht te krijgen in het gedrag van bewoners, in hun dagelijkse routines en het ruimtegebruik. Op basis daarvan kun je ruimtelijke ingrepen doen en populaire routes verbeteren, zodat bewoners uitgenodigd worden om een praatje te maken.
Toch gaat het niet alleen om de ruimtelijke kenmerken; het gaat ook om de organisatorische kant. Grote gemeenschappelijke ruimten staan vaak leeg als er niets wordt georganiseerd. Dat gaat niet vanzelf; er moeten wel activiteiten georganiseerd worden. Een bewonerscommissie zou dat kunnen doen door bepaalde activiteiten te organiseren of aan te zwengelen. Als ruimten aantrekkelijker worden gemaakt, en er meer ruimte is voor ontmoeting, ontstaan er ook makkelijker spontane ideeën voor het organiseren van een gezamenlijke filmmiddag, high tea of het uitnodigen van een externe spreker. Toch heeft het opzetten van een partytent, het samen klungelen en uiteindelijk genieten van het resultaat tot hechte sociale contacten geleid. Een duurzame oplossing was het helaas niet.
Vanaf haar achttiende loopt de ouder wordende mens als rode draad door het vrijwillige en werkzame leven van socioloog en sociaal gerontoloog Yvonne Witter. Ze werkte lange tijd voor de landelijke ouderenorganisatie KBO-PCOB en (vanuit Aedes) bij het Kenniscentrum Wonen-Zorg. Samen met Daniëlle Harkes en Acquire startte ze in 2019 het platform ZorgSaamWonen.
Bron: Stedebouw & Architectuur
Reactie toevoegen