'Geef mensen die anders zijn de ruimte'
Rick Kwekkeboom is lector Langdurige Zorg en Ondersteuning aan de Hogeschool van Amsterdam (HvA). Ze gaf tijdens het Verbindingsfestival haar visie op inclusie in de publieke ruimte en het sociale domein. ‘Een toegankelijke samenleving en toegankelijke wijk vergt een shift in het denken. Samen leven vraagt om samen doen.'
Tekst: Martin Zuithof - Medisch Ondernemen
Binnen een ´inclusieve samenleving´ zouden mensen met en zonder beperking samen én onafhankelijk van elkaar hun leven naar eigen inzicht vorm moeten kunnen geven. Het ´inclusief´ maken van een buurt of wijk gaat niet alleen over de fysieke kant, maar ook over sociale relaties. Bij fysieke maatregelen gaat het bijvoorbeeld om ruimtelijke ordening, woonplattegronden en beschikbaarheid van voorzieningen. Bij sociale relaties betreft het ‘wederkerige zorgzaamheid’, acceptatie en elkaar letterlijk en figuurlijk de ruimte geven.
‘Er niet bij horen’
Rick Kwekkeboom zet de begrippen inclusie en exclusie tegenover elkaar. ‘Mensen die anders zijn, horen er vaak niet bij. Er zijn verschillende pogingen gedaan om mensen die anders zijn te laten integreren, door ze eigen ‘niches’ te geven of door te eisen dat ze zich aanpassen. Maar een echte bijdrage aan mensen die anders is zijn is gewoon inclusie: ze opnemen in het geheel. Geef ruimte om het anders zijn mogelijk te maken.’
Dat is een opdracht aan de samenleving, stelt Kwekkeboom. ‘We hebben de opdracht om mensen met een beperking, mensen die zorgondersteuning nodig hebben, daadwerkelijk in ons midden op te nemen. Gezondheid en kwaliteit van leven zijn niet vanzelfsprekend. Een volwaardige deelname aan de samenleving hoort wel vanzelfsprekend te zijn.’
‘Shift in het denken’
Er is een verdrag van de Verenigde Naties: ‘Inzake rechten van personen met een handicap’ dat de volwaardige deelname aan de samenleving door iedereen moet stimuleren. ‘Het is een schandaal dat Nederland heeft geaarzeld dit verdrag te ratificeren tot 2016. Hoe moeilijk kon dat zijn als rijk land?’
Kwekkeboom toont voorbeelden in de fysieke ruimte die de toegankelijkheid bevorderen, zoals vrije voetgangerspaden en toegankelijke plattegronden in woningen. ‘Een toegankelijke samenleving en wijk vergen een shift in het denken. Inclusie is van belang op allerlei deelterreinen, zoals bebouwde omgeving, huisvesting, sportdeelname, sociale relaties, maar ook elkaar de ruimte geven op feestjes.’
‘Zie de stad als huiskamer’
Toegankelijkheid in de bebouwde omgeving heeft uiteenlopende kanten, betoogt Kwekkeboom. ‘Het gaat niet alleen om fysieke toegankelijkheid, maar ook om visuele. Iemand met visuele beperkingen kan een omgeving ervaren als donkere ruimte waarin hij geen overzicht kan krijgen. Zorg dus voor toegankelijke en vrije stoepen en fietspaden, zonder hinderpaaltjes en een veelheid aan fietsen. Zorg voor vergroening, zodat de omgeving weer vertrouwder wordt (‘heimisch’) en bijdraagt aan ontmoeting en veiligheid. Denk ook aan beschutting tegen regen en zon. Zie de stad als huiskamer.’
‘Woonontwerp kan bijdragen aan isolement’
Voor architecten betekent dit dat ze aanpasbare woningen zouden moeten ontwerpen, stelt Kwekkeboom. ‘Dat betekent dat je er met een rollator of rolstoel goed in moeten kunnen bewegen.’ Daarnaast geldt ook klimaatbestendigheid, zoals geen grote ramen op het zuidwesten meer. ‘En zorg voor ontmoetingsmogelijkheden door te bouwen rond open ruimtes. Maak het makkelijk dat mensen elkaar kunnen bezoeken. Ook door de coronacrisis kunnen we leren hoe het woonontwerp bijdraagt aan sociaal isolement.’
‘Inclusie komt van twee kanten’
Ook bedrijven moeten toegankelijkheid serieuzer gaan nemen, vindt Kwekkeboom. ‘Op buurtniveau dienen voorzieningen aanwezig te zijn, zodat mensen niet van het openbaar vervoer gebruik hoeven maken om bij een alledaagse voorziening terecht te komen.’
‘Winkelpersoneel is soms ongeduldig met mensen in een rolstoel, met reuma of met verstandelijke beperkingen. Iedereen heeft het recht op zijn eigen tempo en eigen mogelijkheden. Iedereen zou zich bewust moeten zijn van verschillen tussen mensen. Geef elkaar ruimte en tijd.’
Omgekeerd vergt de omgeving ook een bepaalde flexibiliteit van mensen met beperkingen. ‘Soms zijn ze koppig en laten ze geen hulp toe. Vraag gewoon om hulp. Het gesprek daarover moet van twee kanten komen, zodat er gelijkwaardigheid ontstaat.’
‘Geef ervaringsdeskundigen inbreng’
‘Op het Kennisplein Gehandicaptensector zie je voorbeelden die de inclusiviteit als uitgangspunt hebben. In de Stripheldenbuurt in Almere wordt bijvoorbeeld gewerkt aan fysieke en sociale toegankelijkheid, waardoor buurtbewoners elkaar meenemen in het samen leven. Ze hebben een openbaar vervoerhalte toegankelijk gemaakt, een andere inrichting van de ruimte gerealiseerd en een dialoog met de mensen met beperkingen over hun deelname aan de samenleving op gang gebracht.’
‘Rolstoel Roadmovie’
‘Betrek vanaf het begin ervaringsdeskundigen bij je werk, anders gaat het mis. De LocHal in Tilburg is een gerenoveerde fabriek waar locomotieven werden gebouwd. Het ontwerp voor de renovatie won veel prijzen, maar over de vraag of de ruimte ook open is, is niet goed nagedacht. Voor mensen met een visuele beperking is het gebouw niet goed toegankelijk. De architect erkende dat hij geen rekening had gehouden met de beleving van mensen met een visuele beperking. Ook op wijkniveau ervaringsdeskundigen betrekken is een idee, bijvoorbeeld door buurtwandelingen te organiseren. Een inspirerend voorbeeld is ook de Rolstoel Roadmovisie. De regisseur gaat in allerlei landen op bezoek om te kijken hoe ze daar rekening houden met de belangen van mensen in een rolstoel.‘
‘Laat cliëntvertegenwoordigers kiezen’
Andrea Kuijpers (Zorgbelang Inclusief) vraagt zich af hoe breed de ervaringsdeskundigen betrokken moeten worden. Rick Kwekkeboom erkent dat dat best lastig is. ‘Iedereen heeft zijn eigen voorkeuren, ook omdat de ene handicap de andere niet is. Bijna elke gemeente heeft wel een organisatie als Cliëntenbelang of een Wmo-raad. Vraag ze om met je plannen mee te denken. Leg de keuze bij de cliëntenvertegenwoordigers. Zij kennen de verschillen, voorkeuren en wie er bij die vraag mee kan denken.’
Reactie toevoegen