'In deze tijd helpen we elkaar meer, dat is winst'
Het zijn emotionele en hectische maanden. Gijsbert van Herk, voorzitter van de Raad van Bestuur van stichting Humanitas, is negentig procent van zijn tijd bezig met het managen van de coronacrisis. Een crisis die ook waardevolle inzichten oplevert voor de toekomstige zorg, vertelt hij in dit gesprek, wat Rutger Oolbekking en Jasper Klapwijk van Who Cares met hem hadden op 23 april jl.
Bron: Who Cares
De Leeuwenhoek - een verpleeghuis van Humanitas in hartje Rotterdam - is een bekend verpleeghuis geworden. Eerst door de televisieserie van Adelheid Roosen en Hugo Borst, maar midden in de coronacrisis kwam het tehuis opnieuw in de pers. Nu vanwege het hoge aantal overleden Covid-19 patiënten. Het levert veel emotie en verdriet op, vertelt Gijsbert van Herk. Bij bewoners, hun families en bij medewerkers. Maar het is niet uitzonderlijk. In veel verpleeghuizen in Nederland overlijden meer mensen dan normaal; de bewoners lopen immers groot risico als ze ziek worden. Tegelijk zijn er, ook in Rotterdam, locaties waar helemaal geen besmettingen zijn.
Lessen uit Brabant
'We hebben geleerd van de situatie in Brabant, waar de zorgorganisaties afhankelijk waren van het Regionaal Overleg Acute Zorgketen', vertelt Van Herk. Om te voorzien in beschermingsmaterialen koopt de stad daarom gezamenlijk in, legt hij uit. 'We krijgen voldoende binnen, hoewel het vaak wel op de valreep is. Wij geven onze medewerkers nu ook kapjes en handschoenen bij de behandeling van niet-besmette mensen. Er bestaat nu eenmaal best veel angst onder medewerkers en bewoners.' Van Herk ervaart een enorme inzet en saamhorigheid in zijn organisatie. Dat uit zich bijvoorbeeld in het ziekteverzuim: hoewel honderd mensen corona hebben opgelopen, is het totale ziekteverzuim niet gestegen.
Saamhorigheid
Saamhorigheid heerst er ook in de stad. De coronacrisis heeft de eenzaamheid in de samenleving zichtbaarder gemaakt, maar de uitbraak gaf ook een flinke boost aan de gemeenschapszin. In Feyenoord investeert Humanitas juist nu in het versterken van de sociale cohesie, samen met de vrijwilligers die zich aanmeldden. In heel Rotterdam werd in de zorg al intensief samengewerkt. De coronacrisis stimuleert nu ook de samenwerking tussen formele en informele organisaties. De welzijnsorganisaties stroomlijnen de bewonersinitiatieven in de wijk, brengen continuïteit en werken ook samen met bedrijven, zoals Unilever.
Thuiszorg en mantelzorg is voor negentig procent gewoon doorgegaan, crisis of niet. Veel zorg blijkt thuis geregeld te kunnen worden, zonder een beroep te doen op het zorgstelsel. En dat gaat in heel veel gevallen goed. Van Herk: 'In deze tijd helpen mensen elkaar ineens meer. En dat is winst.'
Extra handen voor de zorg
Zijn oproep voor extra handen in de zorg eind februari vond door het hele jaar weerklank. Mensen met een achtergrond in de zorg, meldden zich bij het centrale meldpunt extrahandenvoordezorg.nu. Dat leverde alleen al in Rotterdam vijftig extra mensen op. Samenwerking tussen Rotterdamse zorgorganisaties resulteerde ook in een gezamenlijk aanspreekpunt voor huisartsen, om hun patiënten eenvoudiger door te kunnen verwijzen naar verpleeghuizen. Voorheen waren de huisartsen veel tijd kwijt met belrondes langs organisaties op zoek naar een geschikte plek. 'Ondanks alles levert deze crisis ook goede dingen op. Dat moeten we zien vast te houden', zegt Van Herk. Ook al is het lastig om nu al na te denken over de tijd na de coronacrisis. Iedereen verkeert nog in de waan van de dag. Niemand, merkt hij op, stelt hem vragen over de toekomst. Niet de financiers en niet de gemeente.
Carnisse
In de tien procent van zijn tijd die hij niet aan crisismanagement besteedt, buigt Van Herk zich over vastgoedprojecten. Bijvoorbeeld in de wijk Carnisse in Rotterdam-Zuid. Deze typische doorgangswijk heeft prioriteit binnen het Nationaal Programma Rotterdam Zuid én is het onderwerp van de prijsvraag Who Cares, waar Gijsbert van Herk één van de aanjagers van was. Met Who Cares is veel bereikt, vindt hij. 'Als we niet zo hard op de trom hadden geslagen, was het consortium van het NPRZ al volop aan het bouwen geweest in Carnisse. Maar dan wel zonder het zorgdomein daarin mee te nemen. De prijsvraag heeft bijgedragen aan het nadenken over zorg in de wijk. Het is echt een onderwerp geworden in de gebiedsontwikkeling.'
Daarmee is het er overigens niet makkelijker op geworden. Van Herk: 'De gemeente heeft de regie gepakt. Het probleem is wel dat de gemeente van zorg niet veel kaas heeft gegeten. Dat kan ook bijna niet, want de zorg is zo complex dat vrijwel niemand er nog wijs uit kan worden. Er is hier in Rotterdam een hele zware jongen als kwartiermaker aangesteld om alle partijen aan elkaar te knopen die moeten gaan bouwen voor de zorg. Mooi dat het gebeurt, maar absurd dat zoiets nodig is.'
Reactie toevoegen