Woonzorgdata: wat heb je eraan en wat kun je ermee?
Woonzorgdata lijken soms wel een wondermiddel. De data moeten echter wel eerst op orde zijn om een visie rond te maken. Tijdens het webinar Woonzorgdata: van data naar doen op 14 september namen Rianne Paijmans-Jongenelen (Van Wijnen), Ioulia Ossokina (TU Eindhoven) en Co Politiek (namens HD Groep) ons mee in woonzorgdata: hoe vind je deze data en wat kun je ermee?
Voor een wijkgerichte aanpak dienen data als vertrekpunt, zo begint Rianne Paijmans-Jongenelen haar verhaal tijdens dit webinar. 'Meer inzicht in wijken helpt om te werken aan een uiteindelijk betere en mooiere wijk. Data helpen om tot concrete oplossingen te komen.'
Om data te genereren en te gebruiken heeft Van Wijnen een datatool ontwikkeld waarin in één oogopslag inzichtelijk is hoe een wijk ervoor staat. 'Met de kennis die wij als Van Wijnen in huis hebben, kunnen we proactief aan de slag.'
Voor een eerste proef met de tool is een wijk in Helmond met in totaal 2630 huishoudens geselecteerd. In de tool zijn diverse tabs met informatie uit deze huishoudens terug te zien. Denk hierbij een leefbaarheid, woonsituatie en wijksamenstelling. 'Wat je ziet is dat deze wijk een totale score heeft van 92%', vertelt Rianne Paijmans-Jongenelen. 'Een wijk scoort gemiddeld bij een score van 100%, wat betekent dat deze wijk beneden gemiddeld scoort.' Een algemene conclusie over deze wijk is dat er veel 65+’ers in een grondgebonden huurwoning wonen en dat veel gezinnen in een te kleine woning wonen. Daarbij is er in deze wijk een slechte doorstroming: 68% van de huishoudens is in de afgelopen 10 jaar niet verhuisd. 'Via deze tool kun je dus heel goed zien hoe de samenstelling is in een wijk, wat het verhuisgedrag is en hoe de wijk eventueel verbeterd kan worden', aldus Paijmans Jongenelen.
Wat maakt dat ouderen wel of niet willen verhuizen naar een andere woning, woonwijk of woonplaats? Ioulia Ossokina van TU Eindhoven heeft drie kernwoorden die hierop antwoord geven: trade-offs, co-creatie en technologie. 'Een trade off houdt in dat men bereid is om iets op te geven en er iets anders voor terug te krijgen', legt Ossokina uit. 'Denk bijvoorbeeld aan een kleinere tuin, maar wel een huis op loopafstand van het centrum.'
De trade offs van driehonderdduizend ouderen zijn door Ossokina in kaart gebracht met de tool ‘Make a Choice. Hieruit zijn zowel voor de hand liggende als minder voor de hand liggende gegevens naar voren gekomen. 'Wij dachten bijvoorbeeld van tevoren dat er meer naar nieuwere woningen zou worden verhuisd. In nieuwere woningen is vaak betere technologie aanwezig of makkelijker te implementeren.' Verder blijkt uit dit onderzoek dat de locatie niet graag wordt opgegeven. 'Mensen willen in hun buurt blijven, maar zijn wel bereid om het huis en de tuin in te wisselen voor iets anders. Verder blijkt dat de verhuismobiliteit verschilt per groep. Zo verhuizen alleenstaande ouderen 1.5 keer zoveel en zijn mensen die in een oudere wijk wonen meer verhuisgeneigd.'
Tenslotte vertelde Co Politiek namens HD Groep nog iets over de kansen en valkuilen van data. Want als je over data praat, moeten deze wel ergens betekenis krijgen. 'Uit diverse data is bijvoorbeeld af te lezen dat de hoge inkomens en de middeninkomens toenemen', aldus Politiek. 'Dit kan tot gevolg hebben dat complexere zorg meer in huis kan plaatsvinden en mensen dus langer kunnen blijven thuiswonen, ook wanneer zij een beperking hebben.'
Als in een bepaalde wijk het aantal ouderen stijgt, wil dat niet automatisch dat ook de vraag naar intramurale zorg stijgt. Het is goed om vergrijzingscijfers te combineren met data over het gemiddeld inkomen. Het is immers zo dat ouderen met een hoger inkomen minder vaak naar een intramurale voorziening verhuizen. Hetzelfde geldt voor ouderen die samen zijn. Ook huishoudsamenstelling is een bepalende factor bij een verhuizing naar een zorginstelling, zo besluit hij zijn verhaal. 'De grootste kans én valkuil van data is eigenlijk gewoon de betekenis die je eraan geeft”, zo besluit Politiek.
Reactie toevoegen