Inclusieve samenleving in het klein in Oerle
In Oerle, een dorp in de Brabantse gemeente Veldhoven met 2400 inwoners, is sinds eind 2018 een zorgcluster te vinden. Ruud van Splunder, gebiedsregisseur Woonstichting 'thuis, stond aan de wieg van zorgcluster Oerle. Hij omschrijft het als ‘een buurt in een buurt.’
In het cluster staat een complex met 29 appartementen en negen grondgebonden sociale huurwoningen voor ouderen, twee groepswoningen voor jongvolwassenen met een verstandelijke beperking en een groepswoning voor zeven ouderen met dementie. Ook is er een eerstelijns gezondheidscentrum met een huisarts, apotheek en een fysiotherapeut. Hoe gaat het nu in Oerle?
Twee zorgorganisaties, één gebouw
In zorgcluster Oerle delen twee zorgorganisaties één gebouw. Zorgorganisatie Archipel biedt ouderenzorg en zorgorganisatie Severinus is er voor de mensen met beperkingen. Simone Verhappen is regiebegeleider bij Severinus van twee ouderinitiatieven met woningen voor jong volwassenen met een lichte verstandelijke beperking. Beide initiatieven hebben aparte woningen met ieder een gemeenschappelijke ruimte. Medewerkers van zorgorganisatie Severinus bieden daar de zorg die nodig is. In hetzelfde gebouw is ook een kleinschalige woonvorm voor mensen met dementie gevestigd. De organisaties werken samen. ‘Wij verzorgen de nachtdienst voor alle bewoners, dus ook voor de mensen met dementie’, vertelt Simone. Nieuwe medewerkers krijgen een rondleiding in de woningen waar Severinus zorg biedt maar ook in de woningen van Archipel en andersom. ‘We zijn goede buren van elkaar en bieden elkaar ondersteuning waar nodig. We hebben ongeveer op dezelfde tijdstippen diensten, dus komen we elkaar bij de tuin of deur tegen. Dan ontstaat er vanzelf een gesprek.’
Onderdeel van de wijk
Het is de bedoeling dat de bewoners onderdeel uitmaken van de wijk. Bram Hellings, teammanager bij Severinus, licht toe: ‘Er zijn wijkactiviteiten die we met alle buurtbewoners organiseren, zoals een buurtbarbecue of fietstocht. Ieder draagt zijn steentje bij. Na afloop van de fietstocht zorgt de één voor soep, de ander voor een broodje.’ De activiteiten worden goed bezocht. ‘We nodigen de hele buurt uit door papieren uitnodigingen door de brieven bus te doen. Mensen kunnen zich dan aanmelden. Dat werkt het beste.’ In het organiserend comité zitten buurtbewoners maar ook cliënten, ouders en professionals van de zorgorganisaties. Simone vult aan: ‘Het gaat allemaal vanzelf. In het begin was het even zoeken waar we de cliënten wel en niet bij konden betrekken. Het loopt steeds makkelijker.’ Bram en Simone zien dat de bewoners steeds vaker korte praatjes maken. Bram: ‘Het is een kwestie van tijd en elkaar leren kennen.’ Voor de inwoners van Oerle is zorgorganisatie Severinus in Veldhoven een begrip. ‘Mensen kennen de organisatie al. En zijn ook gewend aan bewoners aan Severinus’, aldus Bram. ‘Van oudsher is Severinus bezig met omgekeerde integratie. Cliënten van Severinus kiezen bewust voor wonen in de wijk. En de reguliere bewoners weten dat ze in een wijk wonen waar ook onze cliënten wonen.’
De bewoners werken allemaal in de buurt. Bij de banketbakker werken vier bewoners. Eén bewoner werkt op een nabijgelegen basisschool, een ander werkt bij horeca-onderneming ‘Brownies and Downies’ en nog een bij ‘Groen en Dier boerderij.’
Plein bevordert contact
De inrichting van de wijk draagt bij aan ontmoetingen. Volgens Ruud levert het plein een bijdrage aan ontmoeting. ‘De voorzieningen zijn gecentreerd rondom een plein. Daar komen buurtbewoners elkaar op laagdrempelige wijze tegen.’ Dat herkent Simone: ‘Doordat we aan het pleintje zitten, zien mensen elkaar voorbij komen. Bewoners die aan het raam zitten, zwaaien enthousiast naar de voorbijgangers’, vertelt Simone. Ruud is blij met de uitwisseling die plaatsvindt tussen de ouderen uit het seniorencomplex en de jongeren met beperkingen, de mensen met dementie en de buurtbewoners. ‘Het is een kleine, gezellige gemeenschap geworden.’ Dat gaat niet vanzelf. De rol Van Splunder als gebiedsregisseur is onmisbaar gebleken. Hij heeft voor de verbinding met de mensen en de organisaties gezorgd. Daarnaast is de buurtbeheerder van de corporatie belangrijk. ‘Hij onderhoudt de contacten en kan signaleren.’
Gelijkwaardigheid belangrijk
Door corona is het contact wat bemoeilijkt, heeft Simone ervaren. ‘Voor corona namen de bewoners als ze gingen wandelen de ouderen mee. Dat vonden onze cliënten fijn om te doen. Ze voelden zich nuttig en vonden het leuk om iets te betekenen voor elkaar’, vertelt Simone. Dat pakken ze nu weer op. In de coronaperiode zijn de kleine contactmomentjes wel gebleven. ‘We hebben een open tuin aan de voorkant. Er zit geen schutting, dus iedereen ziet ons zitten en dat maakt het makkelijk een praatje te maken. ‘Sommige bewoners halen lege flessen en potten in de wijk op. ‘Daar zijn we in de corona periode mee begonnen toen de dagbesteding gesloten was. De buurtbewoners zetten het glas buiten en onze bewoners halen het op. Zo ontstond er contact’, zegt Simone. Er zijn buurtbewoners die de bewoners een lift geven naar een sportclub of hen komen ophalen voor een wandeling. Zo doen de buurtbewoners en bewoners over en weer klussen voor elkaar. Die gelijkwaardigheid is en blijft belangrijk. Daar zijn Ruud, Simone en Bram het over eens. Ruud: ‘Alleen zo kom je tot een echte inclusieve buurt.'
Lees ook: De inclusieve buurt draait om stenen én mensen. Dit artikel is verschenen in Stedebouw & Architectuur Bouw en Zorg (#1/2022). Lees meer van Stedebouw & Architectuur in onze digitale bibliotheek.
Reactie toevoegen