'Een gemeenschap ontstaat niet vanzelf'
Wonen is teveel een individueel, ‘verhandelbaar’ product geworden. Ook voor corporaties zijn woningen producten geworden. Daardoor kunnen zij geen betekenisvolle buurten maken. Deze trend ziet Peter van Assche, architect bij en oprichter van bureau SLA en lector Architectuur & Circulair Denken aan de Academie van Bouwkunst Amsterdam.
Volgens Van Assche is bovengenoemde ontwikkeling reden voor de opkomst van woongemeenschappen. “Logisch dat mensen vereenzamen, zich niet meer thuis voelen in hun buurt”, zegt hij. “Mensen, en zeker jongeren, ervaren stress doordat de woningmarkt op slot zit. Door deze ontwikkeling neemt de behoefte aan het creëren van nieuwe woongemeenschappen toe.” Hij is enthousiast over coöperatieve woonvormen. “Je doet het samen én je onttrekt vastgoed aan de markt. Want coöperatieve woonvormen zijn niet verhandelbaar.”
Buitenlandse voorbeelden
Coöperatieve woonvormen komen niet makkelijk tot stand. Het grootste knelpunt is het vinden van een betaalbare locatie. In Nederland zijn er volgens Van Assche nauwelijks gemeenten die zich inspannen om locaties beschikbaar te stellen voor woongemeenschappen. In het buitenland zijn er meer voorbeelden te vinden. Van Assche: “Neem Zürich, daar alloceert de gemeente tien procent van de woningen voor coöperatieve woongemeenschappen, de zogenoemde ‘genossenschaften’.”
Ook in Duitsland zijn er diverse genossenschaften te vinden. In München krijgen deze gemeenschappen dertig procent korting op de grondprijs. In Berlijn zijn er vergelijkbare plannen. “Steden als München, Berlijn en Zürich voeren een actief grondbeleid. Dat heb je nodig. In Nederland begint het te komen, maar het gaat nog tergend langzaam. Alleen Amsterdam heeft nu een stimuleringsregeling voor coöperaties.”
Coöperatieve vereniging
Van Assche zou graag zien dat dit op meerdere plekken gebeurt. Zoals in Almere. Daar is hij al sinds het winnen van de prijsvraag Who Cares in 2017 bezig met het realiseren van een duurzame buurtgemeenschap waar bewoners omzien naar elkaar en naar de omgeving. Er is hiertoe al een actieve coöperatieve vereniging opgericht: WoonCoöp De Binnenhaven. De bedoeling is dat er negentig woningen komen die variëren van grootte. De woningen zijn bedoeld voor studenten die iets willen doen voor hun buren, voor gezinnen en ouderen. Het grote probleem is echter de betaalbaarheid van de locatie die de coöperatie op het oog heeft. De grondprijs is hoog en de rekensystematiek ontoereikend. Er lopen al bijna vier jaar gesprekken met de gemeente over mogelijkheden, maar tot op heden heeft dit niets opgeleverd.
Regeltjes
“Het kan vooralsnog niet in Almere”, zegt Van Assche. “De gemeente vindt het een prachtig plan, maar verschuilt zich achter regeltjes die gemaakt zijn voor andere woonvormen.” Terwijl het idee van De Binnenhaven juist geld oplevert. Hij licht dit toe: een deel van de beoogde bewoners van De Binnenhaven zijn hoogintelligente jongeren met een stoornis in het autistisch spectrum. Zij wonen nu in een instelling maar kunnen in De Binnenhaven met lichte begeleiding prima zelfstandig wonen. Van Assche rekent voor dat deze woonvorm op jaarbasis 36.000 euro per jongere bespaart. “Verreken dat met de grondprijs”, is zijn voorstel, maar dat past niet in het systeem. Hij is verbaasd over de hardnekkige systemen. “Deze woonvormen zijn hard nodig. Ze voorkomen eenzaamheid en voorzien in de behoefte aan het wonen in een community.”
Echte gemeenschappen
Gelukkig zijn er ook initiatieven die wel van de grond komen, zoals het CPO-project in Oosterwold in Almere. Van Assche ontwierp vanuit bureau SLA en samen met Zakenmaker 26 woningen in 3 gebouwen van ieder 100 meter lang. Bewoners kregen vrij indeelbare vierkante meters om het af te bouwen. Daar wonen nu jonge gezinnen, maar ook anderen. “Dat zijn echte gemeenschapen geworden. Daar is behoefte aan. Een andere manier van samenleven, meer voor elkaar betekenen.”
In het ontwerp is rekening gehouden met het faciliteren van ontmoeting. Dat doet hij ook op andere plekken, zoals bij de transformatie van woonzorgcentrum De Open Hof in Amsterdam. “Het is wel belangrijk dat de eigenaar van het gebouw, in dit geval de landelijke ouderenhuisvester Woonzorg Nederland, de visie omarmt. We zorgen samen voor een goede sfeer, verbinding met de natuur en het mogelijk maken van ontmoeting.” Bij De Binnenhaven komen duurzame woningen waarbij de voordeuren allemaal grenzen aan het hofje. Er is een gemeenschappelijke binnentuin en een duidelijke verbinding met de buurt.
Waterpomp
Als architect kun je ontmoeting forceren en faciliteren – zo lang je maar zorgt voor keuzevrijheid. Hij licht dit toe aan de hand van een historisch voorbeeld: als je op een plein bij een waterpomp een buurtbewoner water ziet tappen waarmee je graag een praatje maakt, kun je er naartoe gaan. Je besluit dat zelf. Het gaat niet alleen om de architectuur. Ook over de sociale kant moet je nadenken: een gemeenschap ontstaat niet vanzelf. Het gaat dan om toewijzing: zorgen voor de juiste mensen in een complex of buurt, zorgen voor het levendig houden van de community.
Ook zou er voldoende budget moeten zijn. Het stoort Van Assche dat de maatschappij zo weinig financiële middelen over heeft voor ouderenhuisvesting. “Het moet allemaal voor een appel en een ei”, zegt hij. Terwijl een goed gebouw langer meegaat dan een goedkoop bouwwerk. “Het gaat bij het ontwerpen om ruimtelijke, financiële en sociale aspecten. Die mix aan domeinen is nodig. Dan maak je veel mogelijk, kun je eenzaamheid verminderen en een bijdrage leveren aan gemeenschapsvorming.”
ZorgSaamWonen Award
Peter van Assche is jurylid bij de ZorgSaamWonen Award 2021 over eenzaamheid en wonen.
Lees meer:
Reactie toevoegen