Gestippeld wonen: de ideale woonvorm?
‘Dit is de ideale woonvorm voor ouderen’, zegt Bep van der Lit (83). Zij woont al 13 jaar in woongroep Terwijde in Utrecht. ‘We zijn er voor elkaar. Je kunt hier niet vereenzamen. Ieder voelt zich geborgen. Wij hebben sociale huurwoningen de appartementen zijn ruim. Wat wil je nog meer?’ Woongroep Terwijde waar Bep woont, is gevestigd in een appartementencomplex waar ook anderen wonen. De woongroep telt 32 bewoners verspreid over 24 woningen. De bewoners wonen gestippeld: zij wonen niet naast elkaar maar door elkaar heen in het appartementencomplex van 114 appartementen van corporatie Mitros. Het gebouw is gericht op ouderen, ook al wonen er ook jongeren. Er is ruimte voor scootmobiels en de woningen zijn drempelloos. De ligging is ideaal: vlakbij het station, winkelcentrum en beneden in het gebouw zit een huisartsen praktijk, apotheek, fysiotherapie en logopediste. Het Antonius Ziekenhuis ligt op steenworp afstand. Zelfs een Crematorium is dichtbij. ‘Die hebben we ook, want dat ontbrak nog aan’, voegt medebewoonster Tineke (79) lachend toe. Sowieso hebben de bewoners veel plezier met elkaar. ‘We lachen heel wat af’, zegt Gerda (69). ‘Nou inderdaad. Het is een gezellige boel. We houden wel van een beetje lol’, zegt Jan (75). Tineke, Jan en Gerda wonen net als Bep in de woongroep en vormen samen met Selma en Ed het bestuur. De bewoners van de woongroep ontmoeten elkaar op verschillende plekken, meestal in de paarse hal. ‘Bij een woongroep wordt meestal een extra woning gehuurd als gemeenschappelijke ruimte. Dat vonden wij vrij prijzig en daarom hebben we gezocht naar een goedkopere oplossing. Eerst konden we terecht in een ruimte elders in het gebouw. Na 5 jaar is de ruimte van de huismeester vergroot door corporatie Mitros en die ruimte wordt nu door ons en de andere bewoners van het complex gebruikt als gemeenschappelijke ruimte’, vertelt Bep. ‘Ook huren we één keer per maand een ruimte van Boogh, de dagopvang voor mensen met een niet aangeboren handicap biedt. Die ruimte gebruiken we voor vergaderingen en eetavonden. Ook kunnen we gebruik maken van de buurtkamer van Doc’, vertelt Jan. ‘We hebben een schilderclub, kaartclub, hobbyclub en koffieavonden. Bep vult aan: ‘We darten, spelen jeu de boules en er is een zangkoor. We vieren sinterklaas samen, we hebben pannenkoeken avonden en gaan ook samen koken en eten.’ Tineke: ‘Als je me een paar jaar geleden had gezegd dat ik zou gaan darten, had ik je niet geloofd.’
Aandacht voor elkaar
Het zijn niet alleen de gezamenlijke activiteiten die het wonen er prettig maken maar ook de aandacht voor elkaar. Als er een nieuwe bewoner komt, versieren we de deur. Ook als iemand een kroonjaar viert. Gerda: ‘We hadden niet lang geleden een echtpaar dat 60 jaar getrouwd was. Dan staan we voor de deur met hoedjes, een cadeau en bloemen. Het zijn deze kleine dingen die het leven verrijken.’ De bewoners kijken naar elkaar om. We helpen elkaar, maar we zijn geen mantelzorgers. Dat vertellen we nieuwe bewoners ook meteen. ‘In noodsituaties staan we altijd klaar.’ Gerda voert samen met een medebewoonster kennismakingsgesprekken met aspirant-bewoners. ‘We vertellen wat het doel is van de groep. Zo voorkom je dat mensen zich aanmelden omdat ze alleen maar een mooie woning willen.’ Na het eerste gesprek volgt nog een gesprek met het bestuur. Als mensen op de wachtlijst staan, draaien ze al mee met de activiteiten. Zo proeven ze de sfeer en leren ze de anderen kennen.
Familie
Zowel Gerda als Tineke wilden eigenlijk niet verhuizen maar hebben allebei nog geen dag spijt gehad. ‘Toen mijn zwager plotseling overleed, realiseerden mijn man en ik dat het leven betrekkelijk is’, zegt Tineke. ‘Ouder worden is afscheid nemen. Van het auto rijden, van sommige mensen die wegvallen. Dan is het fijn bezigheden dichtbij huis te hebben en een vangnet te hebben. Dat alles vinden we hier. Naast een hoop gezelligheid.’ Gerda herkent dit. ‘Je wordt hier vrolijk, je hebt altijd aanspraak. Dat is een voordeel van de galerijwoningen: je komt altijd wel iemand tegen. Mijn man gaat regelmatig even naar beneden om naar de post te kijken of een klein klusje te doen. Dan hoopt hij dat hij iemand tegenkomt. Zeker in coronatijd was dat fijn’, zegt Gerda. Bewoners wonen zelfstandig , hebben een eigen leven, maar ondernemen wel activiteiten met elkaar. ‘Het voelt als familie’, vult Tineke aan. ‘Volgens mij worden mensen die in een woongroep wonen ouder. Het is jammer dat veel mensen denken dat het een commune is of niet van het bestaan weten.’
Wachtlijst
Ook Jan had nog nooit van wonen in een woongroep gehoord. Hij is per toeval tegen de woongroep aangelopen. ‘Mijn dochter woont hier tegenover en toen ik bij haar op bezoek was, kwam ik een kennis tegen. Ik vertelde dat mijn vrouw en ik wel wilden verhuizen. Hij wees op de flat en vertelde over de woongroep. Ik had nog nooit van een woongroep gehoord.’ Tineke kende het fenomeen al wel. Zij had in de krant gelezen over een woongroep en het artikeltje in een speciaal woonmapje bewaard. Later is ze er eens gaan kijken maar de sfeer sprak haar niet aan. En ze vond de kamers te klein. Haar schoonzus wees haar op Terwijde. Hier voelde ze zich meteen thuis. Bep is vanaf het begin betrokken bij de woongroep: ze hoorde via de bridgeclub dat er plannen waren voor het oprichten van een nieuwe woongroep. ‘Voor mij was het een sprong in het duister.’ Ze is zo enthousiast over de woongroep dat ze graag wil dat er meer bekendheid wordt gegeven aan het bestaan van deze en andere woongroepen. Bep heeft de lokale radio gemaild om aandacht te vragen voor het gezamenlijk wonen. Zij is toen uitgenodigd bij het programma “Aan Tafel” bij Radio Utrecht. Dat heeft direct tot nieuwe aanmeldingen geleid. Gerda: ‘Dat was een goede actie. Door corona was de wachtlijst wat geslonken. We hebben nu meer jonge ouderen op de wachtlijst erbij gekregen.’ Dat vinden ze alle vier hard nodig om de samenstelling van de groep toekomstbestendig te houden. Ze zouden graag meer echtparen zien om de balans te bewaren. De inkomenstoets maakt dit lastig: een echtpaar heeft al snel een te hoog inkomen. ‘En ga jij je in de toekomst ook inschrijven? Wacht niet te lang! We hebben wel een wachtlijst.’
Reactie toevoegen