De MarktMeesters: een lichte vorm van gemeenschappelijk wonen
‘Het voelt nog vers’, zegt de 68-jarige Harrie Bosch. Hij woont nog maar vijf maanden in de MarktMeesters, een complex van 10 appartementen, verdeeld over vier woonlagen, in Utrecht. ‘Maar het bevalt erg goed.’ Het wooncomplex is ontstaan vanuit de formule van Collectief Particulier Opdrachtgeverschap. Max van der Mark, 72 jaar, is er vanaf het begin bij betrokken geweest. ‘Mijn vrouw en ik waren al langer aan het nadenken over een ander huis. We wilden wat kleiner wonen maar ook niet té klein.’ Toen hij in 2010 in de krant een artikeltje las dat een architect mensen zocht om op het voormalige Veemarkt terrein samen te gaan bouwen, was de interesse gewekt. De veemarkt was verouderd en het gebied kwam vrij voor woningbouw, met ruimte voor innovatieve projecten. Samen met de architect en een paar kartrekkers zijn ze aan de slag gegaan.
Binnen 24 uur
Harrie was in die tijd wethouder en vanuit die rol betrokken bij de ontwikkeling van het gebied. ‘Ik had niet gedacht dat ik er later nog eens zelf zou komen wonen. Ik ben na mijn functie als wethouder aan de slag gegaan als bestuurder van een corporatie in Vlaardingen. Na mijn pensionering zijn we ons gaan oriënteren op een andere woning. Ons huis was te groot geworden. Eén verdieping gebruikten we al niet meer. Bovendien wilden we van de trappen en het vele onderhoud af.’ Samen met zijn vrouw keek hij wat rond. Ze vonden niets wat hen voldoende aansprak. Uiteindelijk zagen ze op de website van Funda dat er hier een appartement te koop stond. ‘We zijn gaan kijken en de volgende ochtend hebben we de knoop doorgehakt. Binnen 24 uur hadden we er ineens een huis bij’. Gelukkig zou de overdracht pas over een half jaar plaatsvinden. Het eigen huis moest immers ook nog verkocht worden. Dat is allemaal voorspoedig verlopen.
Sociaal hart
Wat Harrie en zijn vrouw aansprak is de ruime opzet van het gebouw, de keuze voor de materialen, de goede ligging en het principe van wonen met voldoende privacy, in combinatie met enige gemeenschappelijkheid. ‘Achter de voordeur heb je alle privacy terwijl je toch in een gemeenschap woont en voldoende contacten kunt hebben. Het is een lichte vorm van gemeenschappelijk wonen.’ Ook kende hij al wel een aantal mensen die er woonde. ‘Ik kwam tijdens de bezichtiging al een bekende tegen, die ook aan het bezichtigen was.’ De bewoners kijken op een groot aantal punten op dezelfde manier naar de samenleving. ‘We hebben allemaal een sociaal hart en vinden duurzaamheid belangrijk maar gaan hier wel ontspannen mee om.’ De woongemeenschap heeft diverse commissies waar bewoners actief in zijn. ‘We hebben een tuincommissie voor het onderhoud van de daktuinen en geveltuinen en een commissie nabuurschap, geïnspireerd door wat we bij woongemeenschap Het Kwarteel in Culemborg zagen. Gemeenschappelijk hebben we een huiskamer, een logeer-eenheid, een fitnessruimte, een hobbyruimte, een fietsenstalling, twee daktuinen, en ook een maandelijkse borrel, vertelt Max. Soms eten ze samen maar daar zijn geen vaste afspraken over.
Empty-nesters
De totstandkoming van het project heeft tijd nodig gehad. In 2014 en 2015 is het plan ontwikkeld, zijn er tekeningen gemaakt, werd de stichting Marktmeesters opgericht. Eind 2015 kon de bouw beginnen en in maart 2017 is het complex opgeleverd. ‘Het was een moeilijke tijd. Er was een crisis in de bouw waardoor het lastig was potentiële bewoners te vinden. Sommige banken zagen CPO-projecten als risicovol. We hebben als stichting ook een bouwbegeleider ingehuurd die tijdens de bouw en de onderhandelingen de zaak technisch goed in de gaten hield. ‘Verder hebben we alles zelf gedaan. In het begin hadden nog niet veel deelnemers’, vertelt Max. ‘Nu wil iedereen hier wel wonen.’ Er is geen ballotage commissie. ‘Het selecteert zichzelf’, zegt Max. Er wonen twee alleenstaanden en acht stellen. ‘We zijn allemaal empty-nesters. Over tien jaar zijn we bijna allemaal rond de tachtig jaar. Dat is wel een aandachtspunt.’ Echt zorgen maken ze zich daar niet over. Harrie: ‘Als er zorg nodig is, dan regelen we dat wel. Nu doen we al wat dingen voor elkaar. Dat komt wel goed.’
Reactie toevoegen