Pionier in hart en nieren
‘Hoe lang kan ik hier blijven wonen?’ Dat vraagt de 84-jarige Johanna Liese zich regelmatig af. Ze woont in een prachtig huis in Dronten en was één van de eerste bewoners van het ‘nieuwe land’ in Oostelijk Flevoland. ‘Mijn man is drie jaar geleden overleden. Ik woon nu alleen in dit grote huis. Het is misschien niet verantwoord hier te wonen, maar ik kies ervoor.’ Johanna is een pionier in alles wat ze doet. Ze is geboren in de Achterhoek. In haar werk als maatschappelijk werkster heeft ze projecten opgezet. Toen zij met haar man in 1968 in Dronten kwam wonen, was er niets. ‘Mijn man was fruitteler en had een bedrijf in de Betuwe. De Rijksdienst bepaalde dat er fruitteelt rondom Dronten zou komen, omdat daar de grond uitermate geschikt is voor fruitteelt. We kwamen hier met 18 andere fruittelers.’ Ze hebben zelf hun huis gebouwd, alle bomen gepoot, planten en bloemen gezaaid. Ze hadden toen één kind. ‘De wijkverpleegkundige vroeg of ik niet een peuterspeelzaal wilde oprichten. Dat leek mij wel nodig dus ik ben dat gaan doen. Dat was niet makkelijk want veel ouders vonden het overbodig.’ Zo kwam Johanna in het welzijnswerk terecht. Ze werd gevraagd om les te geven rond recreatie voor ouderen, ze zat in het schoolbestuur, het bestuur van de welzijnsorganisatie. Ook werd ze actief bij de plattelandsvrouwenorganisatie (die tegenwoordig ‘vrouwen van nu’ heet) en zette vanuit die rol bijvoorbeeld gespreksgroepen voor weduwen op. ‘Alle initiatieven die uit de mensen zelf zijn voortgekomen, werken goed’, is de ervaring van Johanna.
Johanna organiseerde veertig jaar geleden voor het eerst een nieuwjaarsreceptie voor de buurt. ‘Iedereen is gekomen en komt nog steeds want de nieuwjaarsreceptie vindt jaarlijks plaats. Al veertig jaar! Telkens organiseert een ander het. Je hebt altijd mensen nodig die iets aanzwengelen.’ Johanna is zo’n aanjager. ‘Ik heb veel kansen gehad en ook steun van mijn man. Het was in het begin niet makkelijk hier. Er waren weinig mogelijkheden voor contacten voor vrouwen. De mannen hadden veel onderling contact, gingen op excursie naar andere plekken waar fruitteelt is om te leren. Vrouwen moesten echt een plek vinden.’ Een aantal van de bewoners van het eerste uur woont er nog. Veel bewoners wonen inmiddels in een appartement in het dorp. ‘Ik woon hier fijn. Ik vind hier rust en vrijheid. En geniet van de bomen die we zelf nog hebben gepoot. Ik rijd nog steeds auto en vind het centrum niet ver. Mocht het autorijden niet meer lukken dan vind ik wel een andere manier om me te verplaatsen.’ Ze merkt dat veel leeftijdgenoten wegvallen. Daarom onderhoudt ze haar contacten goed. ‘Ik ben laatst naar de verjaardag van een vrouw die 50 werd geweest. Ik ken haar van yoga. Het klikt goed en ik vond het erg leuk dat ik een uitnodiging ontving. Ik vind het juist fijn om ook mensen van andere leeftijden te ontmoeten.’ Johanna is lid van de leeskring en gaat naar het theater. ‘Het lijkt hier geïsoleerd maar dat is niet zo. Ik kom overal, met de auto of trein. Ik ben ook gewend mensen van de trein te halen. Je stelt je er op in. Zal ik jou zo ook even naar het station brengen?’
Reactie toevoegen