Gemengd wonen in Hof van Leijh
In wooncomplex Hof van Leijh in Haarlem komen wonen, zorg en welzijn samen. In het kersverse complex, dat eind vorig jaar is opgeleverd, woont een gemêleerd gezelschap: ouderen, jongeren, mensen met en zonder hulpvraag. De woningen zijn allemaal levensloopbestendig. Er zijn 126 levensloopbestendige appartementen, vier woon-werkappartementen, 21 eengezinswoningen, twee maatschappelijke ruimtes van Zorgbalans en Dock voor een buurtwinkel en een dagopvang. Er zijn 77 mensen komen wonen met een zorgindicatie en tien ouderen die gebruik hebben gemaakt van de regeling Ouder Worden en Prettig Wonen. Verder wonen er zestien mensen met een verstandelijke beperking en zijn er 33 woningen beschikbaar voor overig woningzoekenden. Het project is tot stand gekomen door samenwerking van corporatie Elan Wonen, welzijnsorganisatie Dock en zorgorganisaties SIG en Zorgbalans.
Buitenkans
Herman Wijkhuisen (74) woonde 45 jaar om de hoek bij Hof van Leijh. Geboren en getogen in de Slachthuisbuurt, een echte volkswijk in Haarlem, wilde hij niets van verhuizen weten. Totdat zijn dochter hem op Hof van Leijh attendeerde. Het leek haar verstandig als hij daar naartoe zou verhuizen zodat hij geen trappen meer hoefde te lopen en dichtbij zorg zou zijn voor als het nodig is. ‘Ik wilde eerst niet, want ik kan nog prima traplopen. Maar ik merkte wel dat het onderhoud aan mijn huis en tuin me zwaar viel. Er is altijd wel wat aan zo’n huis.’ Hij schreef zich in en werd ingeloot. ‘Ik ken de buurt heel goed en ben jaren actief geweest in de wijkraad. Dus ik wilde echt de buurt niet uit. Dit complex was voor mij een buitenkans.’
De mix aan bewoners en het concept van omzien naar elkaar trokken hem. ‘Ik zag het helemaal zitten. Zo kan ik oud worden, dacht ik meteen.’ Els van der Doe (74) had een andere reden om te verhuizen. Nadat zowel haar zoon als haar man waren overleden. had ze behoefte aan een nieuwe start. ‘Ik wilde het verdriet achter me laten en opnieuw beginnen. Aan het huis kleven teveel herinneringen. Ik wilde weg.’ In de krant zag ze een advertentie voor het complex en schreef zich in. ‘Ik heb staan huilen toen ik de sleutel kreeg, zo blij was ik met een nieuwe start.’ Ze wilde graag met gelijkgestemden wonen. ‘Ik hoef niet meer tussen gezinnen te wonen. Die tijd heb ik gehad. Ik wil graag met leeftijdgenoten praten. Je deelt toch meer met mensen van je leeftijd.’
Hofmakers
Els en Herman hebben het allebei erg naar hun zin. ‘Ik ben gelukkig hier’, benadrukt Herman. ‘Ik gun alle mensen zo’n woonplek’, vult Els aan. Beiden zijn actief in het complex. Herman zit in de commissie die het reilen en zeilen van het complex in de gaten houdt. ‘We zijn de hofmakers, zijn een aanspreekpunt voor de bewoners en we onderhouden het contact met de wijkbeheerder.’ Els organiseert activiteiten, zoals een optreden, in het door haar opgerichte coronakwartet. Ook helpt ze haar buren met kleine klusjes. ‘Ik help een buurvrouw met het opschonen van haar telefoon en ik doe wat naaiwerk. Laatst bracht ik een andere bewoonster naar het ziekenhuis maar ik kreeg het hek niet open. Dan roep ik Herman.’ Hij helpt bewoners met technische vragen. ‘Sommige bewoners hebben moeite met de techniek in het huis. De uitleg was summier dus bewoners snappen niet helemaal hoe de radiator werkt en de vloerverwarming. Ik help daar mee.’
Gemeenschappelijke ruimte
De mensen die in het Hof komen wonen weten ze meer moeten doen dan alleen wonen. ‘Ieder draagt een steentje bij. Althans, het merendeel’, vertelt Els. Het is de bedoeling om meer activiteiten te gaan organiseren. Ze hebben al een jeu de boules club opgericht. Els: ‘Leuk, joh, we hebben laatst zo met elkaar gelachen.’ Herman heeft vroeger veel filmavonden voor buurtbewoners georganiseerd. Dat wil hij ook bij Hof van Leijh gaan doen. Ze zijn allebei lovend over de corporatie Elan wonen. ‘Ons aanspreekpunt, José de Cock, is een schat. Ze doet wat ze belooft. Dat vind je niet overal hoor. En ze heeft mij met Herman in contact gebracht. Dat had ze goed ingeschat. We kunnen het uitstekend met elkaar vinden en vullen elkaar goed aan. Ik ben meer van het informele contact en Herman doet de vergaderingen. Die verschillende krachten heb je in zo’n complex nodig’, vertelt Els. Ze missen wel een gemeenschappelijke ruimte om elkaar te ontmoeten. ‘We kunnen gebruik maken van de ruimte van de welzijnsorganisatie Dock, maar dat kost geld.’
Tuinslang
Zowel Herman als Els hebben gebruik gemaakt van de regeling ‘Ouder worden en prettig wonen.’ Ze konden dankzij de regeling hun oude huur behouden. Sommige bewoners hebben een wmo-indicatie. Herman: ‘We merken goed dat er mensen met een rugzakje wonen. Dat is het mooie aan het complex, het is echt een afspiegeling van de maatschappij.’ Ze vinden het wel belangrijk dat de balans juist blijft tussen vitale en minder vitale bewoners. Soms missen ze wat informatie. ‘Er woont hier een mevrouw die soms in de war is en heel hard huilt. We weten dan niet zo goed wat we moeten doen.’ Ook is er wat overlast van honden die in de lift plassen. ‘Aanspreken helpt soms. En anders schakelen we de wijkbeheerder in.’ Met de woongroep voor mensen met een verstandelijke beperking (ondersteund door SIG) op de bovenste verdiepingen hebben ze nog niet veel contact. ‘Dat moet nog vorm krijgen. Wel is er het plan dat deze bewoners de planten in de binnentuin gaan verzorgen. We hebben van José van de corporatie al een tuinslang gekregen.’
Laatste verhuizing
Herman probeert alle bewoners te leren kennen. ‘Ik spreek iedereen aan. Dan maak ik een praatje. Zo leer ik iedereen langzamerhand kennen.’ Via het mededelingenbord informeert hij bewoners over activiteiten. ‘Bewoners kunnen ideeën aanleveren. Els wil graag een koor oprichten. ‘Dat doe ik binnenkort. Veel bewoners zijn net verhuisd en moeten even bijkomen. Zo’n verhuizing hakt er best in.’ Zowel Els als Herman zijn ervan overtuigd dat het wonen in dit complex helpt om langer zelfstandig te blijven wonen. ‘Het wonen hier houdt me jong’, zegt Els. ‘Ik ben dolblij hier. Ik wil alle andere mensen vertellen dat het niet erg is om af en toe het roer om te gooien. Soms moet je het erop wagen in het leven. Dat geeft energie. Dit was mijn één na laatste verhuizing. Bij mijn laatste verhuizing ben ik er zelf niet meer.’ Herman: ‘Ik ga hier niet meer weg.’
https://www.elanwonen.nl/aanbod/projecten/projecten-in-uitvoering/project/hof-van-leijh
Reactie toevoegen