Op naar all inclusive wonen
Voor gemeente Den Haag maakte Peter Camp, persoonlijk lid bij ZorgSaamWonen het inspiratieboekje Daar Woon ik! Hier wonen wij. Gezinsvriendelijk wonen in Den Haag.
Peter Camp schreef voor ons een blog over het boekje.
Vorig jaar september werd ik benaderd door een medewerker van de afdeling Wonen van de Dienst Stedelijke Ontwikkeling van de gemeente Den Haag. Of ik een inspiratieboekje wilde maken over aandacht voor woonvormen voor stedelijke gezinnen. Opzet: een bladerboek, omvang 90 bladzijden, vormgeving glossy, meer afbeeldingen dan tekst.
Met die opdracht ging ik aan de slag. Ik trok me drie maanden terug in mijn werkkamer, googelde op het thema, verzamelde en bestudeerde er boeken over, betrok er meelezers bij, voerde er veel gesprekken over, bezocht allerlei woonprojecten en combineerde alles met mijn boek Wonen in de 21e eeuw. Drie maanden puzzelen, divergeren en convergeren, typische kenmerken van een creatief proces. Het resultaat: aanvankelijk 200 pagina’s tekst, geordend in 12, 8 en uiteindelijk 6 categorieën, 132 pagina’s met afbeeldingen.
Daar woon ik! Hier wonen wij handelt over: – stedelijke gezinnen en slimme woonoplossingen – wonen in oude en nieuwe binnenstedelijke centra – gezinsvriendelijke woonomgeving en stapelbouw – inclusief wonen en thuisgevoel – nieuwe gezamenlijkheid en gedeelde voorzieningen – collectieve ontwikkeling en buurgemeenschappen Het boek biedt een integrale benadering van gezinsvriendelijk wonen in de stad. Met voorbeelden uit Den Haag en steden in binnen en buitenland. Het is bestemd voor iedereen die belang heeft bij het realiseren van woningen voor stedelijke gezinnen. |
Deze tekst staat op de flappen van het boek. Daarnaar kijkend en over nadenkend, realiseerde ik mij dat deze integrale benadering ook kan worden gebruikt voor andere doelgroepen dan gezinnen die in de stad willen (blijven) wonen: jongeren, vluchtelingen, expats, alleenstaanden, leerkrachten, politieagenten, verpleegkundigen, meer samengestelde huishoudens, vitale en kwetsbare ouderen. Complete generaties dus.
Want wat gebeurt er als je in de kaders stedelijke gezinnen vervangt door die van de doelgroepen hierboven en daar de betreffende voorbeelden bij zoekt? ‘Hoe makkelijk is dat’, zou mijn kleinkind zeggen.
Waarom zouden we niet vaker, of alleen maar, integrale benaderingen van ingewikkelde woonproblemen toepassen? Dat dan niet alleen vanuit het perspectief van de stad, van het systeem, maar ook van de bewoner, het individu.
Kind- en gezinsvriendelijk perspectief (boek pag. 58) Een kindvriendelijke wijk beoogt in essentie het versterken van de positie van kinderen en zet hierbij het kind als een volwaardige medeburger en actor in de (stedelijke) omgeving centraal. Vanuit een gezinsvriendelijk perspectief kan de stedelijke omgeving als onveilig worden gezien, terwijl diezelfde stedelijke omgeving vanuit een kindvriendelijk perspectief juist heel wat ontplooiingskansen kan bevatten. |
Vervang nu het woord ‘kind’ eens, door ‘ouderen’, dan krijg je een ouderenvriendelijke wijk beoogt het versterken van de positie van ouderen en zet hierbij de ouderen als een volwaardige medeburger en actor in de (stedelijke) omgeving centraal. Et cetera…
De titel correspondeert met deze twee perspectieven: Daar woon ik! Daar wonen wij.
De indeling van het boek zou dan zijn:
H 1. Ouderen
H 2. Binnenstedelijke locaties
H 3. Ouderenvriendelijke omgeving
H 4. Inclusief wonen
H 5. De nieuwe gezamenlijkheid
H 6. Collectief ontwikkelen
Het afsluitende hoofdstuk 7 heet All inclusive
All inclusive (boek pag. 126) Stadskenner Zef Hemel is een fervent voorstander van grootstedelijke woonmilieus. Hij denkt dat door de complexheid en gevarieerdheid mensen van allerlei slag er de meeste mogelijkheden en de meeste kansen op werk en persoonlijke ontwikkeling vinden, veel meer dan in kleine steden. Groot betekent voor hem niet per se uitgestrekt. Het is meer een kwalitatief begrip. Een mentaliteit, die eerder wordt bereikt door stapeling en lastige verdichting. Mensen hebben grootstedelijkheid nodig om werkelijk vrij te worden, om zich te ontwikkelen, samen te werken, welvaart te creëren en duurzaam te worden. (Hemel, Z. (2016). De toekomst van de stad. Amsterdam.) |
Aangename plekken om te verblijven
De publieke ruimte zou de basis voor een hoogstedelijk en aantrekkelijk verblijfsklimaat moeten zijn. Dit is ook de boodschap van de in september door de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur uitgebrachte publicatie Toegang tot de stad.
De stad zou meer adaptief zijn en diversiteit moeten omarmen. Met voldoende keuze (vorm en prijs) in woonruimte, werkruimte, voorzieningen, bebouwing, mobiliteit, opdrachtgeverschap en openbare ruimte. Verschillende (groepen) mensen kunnen er zich dan thuis voelen. De combinatie van het hoogteverschil, de hoge dichtheid van de bebouwing en veel groen, geven bestaande en nieuwe wijken een heel eigen spannende identiteit. Met plekken waar iedereen aangenaam kan verblijven.
Alle doelgroepen in de stad
De afgelopen tijd werden veel grote projecten door instituties ontwikkeld. We gaan naar een wereld waarin publieke en collectieve ruimten in elkaar overlopen en het collectief allerlei vormen aanneemt. Werken aan nieuwe woonconcepten in de stad roept allerlei vragen op. Het is spannend om daar samen antwoorden op te vinden. De thema’s en referentiebeelden in dit boek zijn daartoe mogelijk een inspirerende stap. Niet alleen voor stedelijke gezinnen, maar ook voor alle andere doelgroepen. Zorgsaam wonen, All inclusive.
Het boekje kunt u via deze link downloaden.
Onlangs bood Wethouder Martijn van Balster het boekje aan aan Pieter Grinwis, de indiener van de motie, en aan Jooske Baris van Platform Stad. Bekijk het filmpje hier >>
Reactie toevoegen