Wooncoöperaties zijn dé duurzame woonvormen voor de toekomst, zegt Thelma Boas. Zij is aangesloten bij de initiatiefgroep van haar dochter die met een aantal vrienden een wooncoöperatie onder de naam De Bonte Hulst is gestart in Amsterdam. Zij zijn dit gaan doen omdat ze allen op zoek zijn naar een plek om betaalbaar en duurzaam samen te wonen. Naast duurzaamheid, zijn welzijn en gemeenschap belangrijke pijlers van het wooninitiatief. Thelma en haar man denken volop mee. “Wij vinden het een prachtig idee en hebben financiële en juridische kennis die de groep goed kan gebruiken.”
Wooncoöperatie De Bonte Hulst vaart wel bij expertise
De Bonte Hulst is bezig met de ontwikkeling van een kavel in Amsterdam Noord, Buiksloterham, waarvoor vorig jaar zomer een optieovereenkomst is getekend met de gemeente Amsterdam. “De gemeente heeft bepaald dat de woningen middeldure huurwoningen moeten zijn. De wooncoöperatie heeft niet dezelfde status als de woningcorporatie en streeft geen winst na. Deze combinatie zorgt ervoor dat wij voor een aantal regelingen niet in aanmerking komen”, vertelt Thelma.
Buurtruimte
De initiatiefgroep bestaat uit twaalf personen. De jongste is 22 en de oudste 51 jaar. Ze hebben over een aantal zaken al nagedacht, zoals over de grootte van de groep. “We mogen op de kavel maximaal 35 woningen realiseren. In het huidige ontwerp zijn het er nu 32. Op deze manier wordt een gemeenschappelijke ruimte opgenomen in het gebouw die ook open staat voor de buurt.”
De initiatiefgroep weet wat ze belangrijk vindt. De vrienden willen graag gevarieerde woningen realiseren met minimaal één aparte slaapkamer, veel licht, ruimte en ventilatie. Daarnaast staan gemeenschappelijke binnen- en buitenruimtes en een fietsenstalling op het wensenlijstje. En dat alles in een duurzaam, energieneutraal, gasloos en bio-based gebouw. Er is dus al veel voorwerk gedaan.
Ontmoetingsgericht bouwen
Toch was er behoefte aan advies rondom ‘ontmoetingsgericht’ bouwen. Gelukkig kwam Thelma vorig jaar op de landelijke coöperatiedag, georganiseerd door het kennisnetwerk wooncoöperaties Cooplink, Tijmen Kuyper tegen. “Tijmen heeft de kennis die we zochten. We hebben hem uitgenodigd langs te komen.”
Advies
Dat deed Tijmen en nam Philip Krabbendam mee die al sinds de jaren 70 bezig is met het bouwen voor collectieven. Samen hebben ze CoWonen opgericht en geven advies aan wooncollectieven, ontwikkelaars, beleidsmakers en architecten bij het ontwerpen van nieuwe woongemeenschappen. Ze hebben een kennissessie gedaan met de toekomstige bewoners. Tijmen licht toe: “We gaan uit van een aantal basisprincipes die we met de bewoners bespreken. Privacy is daar een voorbeeld van. Dat moet je goed geregeld hebben en tijdig over nadenken. Het creëren van spontane ontmoetingen is ook zo’n principe.”
Hij geeft een concreet voorbeeld: ontmoetingsruimten moet je niet te ver weg plaatsen of helemaal boven in een gebouw plannen. Dan ga je er minder makkelijk naartoe. Ook is het niet handig om een deur dicht te maken: “het is fijn als je kan zien wat er binnen gebeurt”. Verder adviseert hij om brede galerijen te plaatsen als het om een flatgebouw gaat en om een levendige entree te maken.
Nu-even-niet-route
Verder zijn slimme looproutes van belang. Tijmen: “Wij stellen altijd een ‘ontmoetingsroute’ en een ‘nu-even-niet route’ voor. Het is ook belangrijk dat bewoners kunnen kiezen om niet te ontmoeten. Dat is dan weer belangrijk voor de privacy. We zijn dus altijd, met de bewoners, op zoek naar een werkende balans tussen soms tegenstrijdige principes.” Het zit hem in subtiele details waar je tijdig over moet nadenken. “Als het gebouw er eenmaal staat, kun je niet makkelijk dingen aanpassen en ben je te laat”, benadrukt Tijmen.
Tip
Zijn voornaamste tip: Denk concreet na over wat collectief wonen voor jou is en ga dan met een expert kijken hoe daarvoor het beste ontworpen kan worden. In de kennissessies vraagt Tijmen daarom aan bewoners wat zij verstaan onder gemeenschappelijk wonen. En hoe zij de gemeenschappelijke ruimtes voor zich zien. “Dan kun je het ruimtelijk gaan vertalen.”
Thelma is erg te spreken over de sessies. “Ik ben er heel enthousiast over omdat we dezelfde taal hebben leren spreken. We bleken namelijk toch niet altijd dezelfde beelden te hebben. Door de sessies hebben we onze wensen en eisen scherp gekregen. Dat is ontzettend belangrijk voor het vervolg.” Dankzij de gesprekken met Tijmen en Philip hebben de toekomstige bewoners van De Bonte Hulst besloten dat de entreehal zo ontworpen wordt dat de fietsenstalling en de gemeenschappelijke multifunctionele ruimte eraan grenst. Zo maken ze onderdeel uit van een grote, lichte en gastvrije lobby als schakel tussen stad en gebouw.
Meekijken
Tijmen en Philip adviseren op basis van wat zij van bewoners horen, aangevuld met wetenschap en ervaring van architecten; dus wat bij projecten in het verleden is gelukt en geflopt. “Bewoners vinden het vaak fijn als we met hen meekijken”, zegt Tijmen. Hij vindt De Warren en de Stadsveteraan, beide projecten in Amsterdam, mooie voorbeelden van geslaagde ontwerpen.
”Bij de Stadsveteraan kom je via de hoofdentree langs de wasbar en tuinkamer. Dat is top voor spontane ontmoeting. Maar je kunt ook een zijingang nemen, als je daar even geen zin in hebt. Zo houden bewoners echt de controle, dat is heel belangrijk! Bij de Warren vind ik de sociale gelaagdheid goed gelukt. Waar Stadsveteraan alle gemeenschappelijke ruimtes met ruim 200 bewoners deelt, een bijna anonieme hoeveelheid mensen, zijn bij de Warren twee sociale lagen ontworpen. Sommige ruimtes deel je met alle 36 woningen, de gedeelde woonkeukens deel je slechts met je verdieping.”
Kijkje
Hij raadt toekomstige bewoners aan een kijkje te nemen bij andere projecten. Thelma is het daarmee eens. “Daarom ben ik ook blij met de excursies die Cooplink en ZorgSaamWonen organiseren.” Ook haar eigen woonervaring biedt inspiratie. “Ik heb twaalf jaar in De Bijlmer gewoond. Daar zaten goede en minder goede kanten aan. Zo vond ik de schaal te groot, te anoniem. Ik vond daarentegen de woonlagen die er waren, juist wel aansprekend. “Dat is het leuke aan wonen: ieder is ervaringsdeskundige”, zegt Tijmen. Toch is het raadzaam om expertise van buiten in te roepen. “Dat doen de meeste architecten ook. Het gaat dan om informatie van constructeurs, juridisch advies, financieel advies enzovoort.”
Thelma heeft veel geleerd van de sessies en enkele elementen ervan ook al toegepast in haar huidige woning. Zo heeft ze de woonkamer opgedeeld in verschillende zones: een zithoek voorin, een eettafel in het midden en nog een zithoek achterin de kamer. “Zo kan ik nu in de huiskamer met twee groepjes zitten zonder dat we elkaar storen.”
Lees meer
Meer weten? Lees meer over De Bonte Hulst en Cowonen.
Reactie toevoegen