De groep bestaat uit acht gezinsappartementen, tien kleinere appartementen, zeven werkruimten en diverse gemeenschappelijke ruimten. Johan kan ons veel vertellen over wat hij zelf ‘de sociale architectuur, het sociale bouwproces van woongemeenschappen’ noemt. Hij schreef er onlangs een praktisch boek over. Tijdens de excursie vertelt hij over het ontstaan van zijn woongroep en over groepsdynamica. Dat is interessant voor beginnende initiatieven, maar ook voor groepen die al wat langer bestaan.
Gemeenschappelijkheid
We zitten met ongeveer 30 personen in de mooie ingerichte huiskamer. “In de gemeenschappelijke ruimten zorgen we altijd voor schoonheid”, zegt Johan. We bewonderen mooi beklede banken, prachtige lampen en de nodige kunst. “Hiermee geven we uitdrukking aan het belang dat we hechten aan gemeenschappelijkheid.” En dan heeft Johan het niet alleen over de gemeenschappelijke ruimten, zoals het sportpaleis of de tuin, maar ook over de tussenruimten, zoals de gang (‘binnenstraat’) en de wasserette. Daar ontmoeten bewoners elkaar zonder dat ze een privéwoning binnen hoeven gaan. “Het gaat om een goede balans tussen afstand en nabijheid. Respect hebben voor privacy, maar wel regelmatig samen komen. Zo organiseren we na de zomervakantie altijd een startmoment. Dan doen we iets leuks met elkaar, praten we bij en voelen we ons weer helemaal verbonden.”
Buurttafel
De bewoners staan ook open voor de buurt. “We organiseren vanuit de woongroep twee keer per jaar een buurttafel. Buurtbewoners kunnen dan aanschuiven. We doen dit al jaren en het is succesvol. We horen van buurtbewoners terug dat ze door deze etentjes veel meer buurtgenoten hebben leren kenen.” Volgens Johan zijn dit soort activiteiten ook goed voor de woongroep. “Als je zinvol bezig bent, geeft dat een boost aan het groepsgevoel. Dan kun je kleine irritaties beter verdragen of zelfs negeren, omdat je trots bent op de leuke dingen die je met elkaar doet.” Johan geeft ons aan de lopende band tips. Zo raadt hij aan om ieder initiatief van een bewoner te omarmen. Hij noemt dat de ‘ja, mits-houding’. Alles kan in principe, mits het niet strijdig is met de hoofddoelen en het andere bewoners niet in de weg zit. “Het geeft zuurstof aan het gemeenschapsleven. Je moet elkaar dingen gunnen en elkaar ruimte geven.”
Johan de Kleuver (op de trap) vertelt de bezoekers over ontmoetingen in de binnenstraat
Energie en tijd
Na alle tips en een rondleiding gaan we zelf aan de slag. In kleine groepjes praten we over wat ons energie kost bij het opzetten van een woongemeenschap, dan wel bij het wonen in een woongemeenschap en wat ons energie geeft. Samen leuke dingen doen, aandacht en saamhorigheid, gezamenlijke bijeenkomsten geven ons energie, zo blijkt. Dominant of passief gedrag stoort ons het meeste. Johan reflecteert op onze bevindingen. “Zorg ervoor dat de groep vanaf het begin goed is samengesteld. En nodig iedere bewoner uit een deel van de puzzel te pakken. Meedoen betekent tijd en energie leveren, doen wat bij je past en je goed kan. Bewoners die negativiteit uitstralen, hebben vaak een gefrustreerd verlangen”, zegt Johan. “Vraag hen wat ze graag zien en wat ze verlangen. Dan komt het boven tafel en krijg je vaak een goed gesprek. In de meeste gevallen werkt empathie verzachtend. Maar je hebt ook beroepsmopperaars, hoor”, lacht Johan. “Toch hebben we vooral bouwers nodig, geen mauwers.” Tot slot drukt Johan ons op het hart: “Houd het hogere doel levend. Denk aan de gezamenlijke droom.”
Lees meer
Artikel 'Woongroep Haarlem, Lavendelstraat: "Niets is mooier dan met elkaar leven in een gedeelde droom"
Boek van Johan bestellen? ‘Sociale architectuur. Het sociale bouwproces van woongemeenschappen’ van Johan de Kleuver
Reactie toevoegen