Sociale veiligheid en ontmoeting door coronagalerij
In de BuroFlat in Gouda loopt een man over de galerij naar zijn huis. De buurvrouw stapt ook de galerij op, maar wacht geduldig op haar ‘bruggetje’ tot hij passeert. Door de uitgebouwde coronagalerij gebeurt dit allemaal op gepaste afstand. Het lijkt een simpele oplossing, maar achter deze losgezette galerij gaat een gepassioneerd verhaal schuil.
Auteur: Reinoud Schaatsbergen
De coronagalerij is een concept van architectenbureau Kokon. Het idee is simpel: in plaats van een galerij die aan de voorgevel van de appartementen hangt, wordt de gang enkele meters naar buiten geschoven. Zo ontstaat er afstand tussen de woning en de galerij. Door ‘brugjes’ toe te passen als toegang naar de voordeuren, krijgt elke woning een soort voortuin waar passanten op veilige afstand kunnen uitwijken. Bovendien kunnen nu ook onder- en bovenburen een praatje maken door het gat tussen gevel en galerij.
Henk Middelkoop, architect-partner bij Kokon, ligt het concept toe: “We hadden eerder projecten gedaan met een losgezette galerij, destijds om mensen persoonlijke ruimte bij de voordeur te geven. Het idee was uit nood geboren: het balkonnetje mocht nauwelijks over de straat uitsteken, maar voor een goede woning hadden we meer buitenruimte nodig. Zo ontstond het bruggetje.” Na oplevering constateerde Middelkoop dat dit een ‘verbetering van de klassieke galerij’ is. “Mensen zetten er stoeltjes en plantjes neer of gingen zelfs druiven kweken. Bovendien liepen de bewoners niet meer voor elkaars slaapkamer langs.”
Langs elkaar leven
Maar er is meer. Kokon heeft een geschiedenis met galerijflats, waarvoor we bijna honderd jaar terug in de tijd gaan. “Kokon is opgericht door Willem van Tijen, die samen met Hugh Maaskant de eerste galerijflats van Nederland maakte”, aldus Middelkoop. De architect vertelt dat Van Tijen in zijn carrière veel schreef over architectuur en regelmatig het debat opzocht. “Daarin benadrukt hij dat de galerijflat is ontstaan door de woningnood. Volgens hem is het een tijdelijke oplossing en niet geschikt voor gezinnen.”
Deze gedachte wordt beaamd door Reinder van Tijen, de intussen 89-jarige zoon van Willem van Tijen. “Hij woonde van zijn zesde tot zijn achttiende met zijn ouders in Flatgebouw Kralingen te Rotterdam, ontworpen door Van Tijen zelf”, vertelt Middelkoop, die begin januari 2021 met Reinder sprak. Deze vertelde over het sociale leven in de galerijflat en dat dit type huisvesting niet echt geschikt bleek voor kinderen. Wel veranderde dit gevoel voor Reinder toen in oorlogstijd de bewoners moesten schuilen in de berging onder de flat. “Iedereen richtte in de gazen kelderhokken een eigen slaapverblijf in”, vertelt Middelkoop na. “Reinder herinnert zich de openheid die daar voor hem als kind heerste. Hij zei: 'Er waren overal vriendelijke mensen met wie je kon praten. Dat was echt een verschil van dag en nacht in de sociale houding van de mensen’.”
Coronagalerij
Volgens Middelkoop keerde Willem van Tijen galerijflats als ‘wondermiddel van de volkshuisvesting’ in de jaren 50 de rug toe: “Een woongebouw kon aantrekkelijk zijn voor de enkeling, het gezin zonder kinderen, bejaarden eventueel, maar pertinent niet voor gezinnen met opgroeiende kinderen.” Van Tijen ging verder met de open tuinsteden als Zuidwijk en Vlaardingen. Ondanks dat bleef Kokon werken aan galerijflats, voornamelijk vanwege renovatiewerkzaamheden. Spoel door naar 2020 en de aandacht kwam weer sterk op het concept te liggen. Middelkoop: “Wij kregen meldingen dat bewoners instructies hadden gekregen om elkaar ruggelings te passeren op de galerijen, of om de woning niet te verlaten als er iemand anders op de galerij liep. Zo leef je natuurlijk alleen samen als je een hekel aan elkaar hebt. Dat vraagt corona blijkbaar van ons.”
Middelkoop vond dat dit niet door de beugel kon. Daarop ging hij met collega’s om tafel om een oplossing te vinden. Wat bleek: die hadden ze al gevonden met de losgezette galerij. “Als je dan naar buiten stapt, sta je op jouw eigen bruggetje en kun je wachten tot iedereen is langslopen”, zegt de architect. “En je kunt een praatje maken op anderhalve meter.” Zo werd het concept niet enkel opgevoerd als een veilige oplossing, maar ook als een sociaal middel. Immers komen buren sneller met elkaar in contact, zowel horizontaal als verticaal.
Kokon heeft het concept intussen de coronagalerij gedoopt. “We twijfelden eerst over de naam, maar die illustreert toch het beste de functie”, zegt Middelkoop. Het bureau heeft intussen twee zorgprojecten lopen waar een coronagalerij wordt ingebouwd om de sociale veiligheid te bevorderen. Bovendien speelt het product ook mee voor toekomstige kopers, zegt Middelkoop: “Als er een pandemie is in de toekomst, en dat kunnen we tegenwoordig niet meer uitsluiten, word ik dan opgesloten? Of kan ik veilig mijn gang gaan in het wooncomplex, zonder allerlei vervelende instructies?” Die vraag wordt met de coronagalerij beantwoord. Middelkoop vertelt met trots dat het product er in beide projecten ook niet meer uit bezuinigd wordt, zo belangrijk vinden de opdrachtgevers het.
Woningmarktdilemma’s
Veiligheid, meer sociaal contact en een betere lichtbeleving door de opengewerkte galerijen; stuk voor stuk voordelen van deze galerijflat 2.0, zegt de architect. Bovendien is het concept ook voor de bestaande bouw geschikt. “Veel flatgebouwen worden tegenwoordig gerestaureerd, dus dan kun je ze net zo goed een kwaliteitsimpuls geven door de galerij te verbreden of zelfs los te leggen. Met ons product De Transgaander is dat uitstekend te realiseren.”
Een verbrede of losgezette galerij maakt een flat prettiger om in te wonen dan een woontoren, stelt Middelkoop. “Tijdens de lockdown hadden we meerdere Mede-rotterdammers die speciaal in ons ruime kantoor kwamen werken, omdat ze het thuis niet uithielden. Zij woonden in een woontoren en als daar een lift stuk was, bleek het een heel project om op straat te komen.” Zelfs los van corona blijken gestapelde woningen steeds meer een aandachtspunt te worden. “In de woningmarkt horen wij dat appartementen minder goed verkopen. Dat geldt niet voor grondgebonden woningen, maar daar kunnen we niet iedereen in kwijt. Die oppervlakte hebben we gewoonweg niet in Nederland.”
Dat schurkt tegen een ander dilemma aan: die van het langer zelfstandig thuis wonen. “Langer thuis wonen is een doelstelling van de overheid, maar dat is niet altijd handig. Vaak gaat het om goede gezinswoningen die door één persoon worden bewoond. Dat blijft een van de uitdagingen op de woningmarkt.” Volgens de architect is het seniorencomplex een goede oplossing, zolang kan worden gegarandeerd dat dit een veilige omgeving is. “Door routes via buiten te ontsluiten, zoals met een coronagalerij, maak je toch een veilige omgeving met voldoende gezonde bewegingsruimte.” Middelkoop voorziet dat architecten meer en meer over zulke kwesties moeten gaan nadenken. Want, zegt hij: “Deze pandemie is niet once in a lifetime. Dit kan best om de paar jaar gebeuren.”
Download de Whitepaper 'Anders Ontwerpen na Corona
Dit artikel is verschenen in Stedebouw & Architectuur Bouw en Zorg, maart 2020. Lees meer van Stedebouw & Architectuur in onze digitale bibliotheek.
Reactie toevoegen