Meergeneratiewonen: samen onder één dak
Meergeneratiewonen is kansrijk en biedt veel voordelen. Dat vindt Auguste van Oppen, architect en mede-oprichter van architectenbureau BETA. Hij kan het weten want hij bouwde zijn eigen Drie Generatiehuis waar hij met zijn vrouw, kinderen en schoonouders woont.
‘Mijn vrouw en ik woonden in een klein appartement in Amsterdam. Toen ons eerste kind geboren werd, zochten we naar een grotere woning. In Amsterdam is dat een onmogelijke opgave.’ Bijna had hij een geschikte plek gevonden: een oud klooster. Dat ging op het laatste moment niet door omdat de corporatie die het klooster in eerste instantie te koop aanbood er toch zelf plannen mee had. Toch heeft het hem op een idee gebracht. Toen hij wat aan het tekenen was na aanleiding van de plannen voor het klooster werd zijn schoonmoeder daar erg enthousiast van en had gezegd: daar zou ik ook wel willen wonen. Dat bracht hen op een idee: laten we samen gaan wonen. Maar hoe kom je aan een locatie? ‘De gemeente Amsterdam stelde een aantal kavels ter beschikking voor zelfbouw. We hebben daar drie weken voor in de rij gelegen maar uiteindelijk konden we de kavel in erfpacht nemen. Het was het begin van een intensief zelfbouw avontuur.’
Intergenerationeel wonen
En zo kon hij een huis bouwen voor drie generaties. ‘Op het platteland zie je het vaker. Van oudsher. Ik ben ervan overtuigd dat het ook in steden kan. Ze wonen er nu vijf jaar en hebben veel publiciteit gekregen. ‘Het thema ‘intergenerationeel wonen’ slaat erg aan. Ik heb veel pers op bezoek gehad, zelfs een filmploeg uit New York. Het is natuurlijk een mooie oplossing voor een aantal uitdagingen die we als maatschappij hebben, in binnen- en buitenland: groeiende groep ouderen, tekort aan woningruimte en het tekort aan zorgpersoneel. Het delen van voorzieningen en het zorgen voor elkaar vind je in het collectieve wonen. Dit Drie Generatiehuis is een vorm van collectief wonen, al is het kleinschalig.’ De woningen zijn levensloopbestendig en flexibel. ‘Het gebouw is zo ontworpen dat een gedeelte van de tweede verdieping relatief eenvoudig kan worden uitgewisseld tussen beide woningen; op die manier is het gebouw in staat mee te ademen met de veranderende grootte van elk huishouden.’
Wederkerigheid
Auguste ervaart dagelijks de voordelen van het samenwonen. ‘Het is praktisch en gezellig.’ Toch zijn er veel vooroordelen over het samenwonen met familie. ‘Vrienden stelden in het begin vragen als: ‘Wil je dat wel, zo dichtbij je schoonfamilie wonen.’ Maar veel mensen vergeten dat het echt twee aparte woningen zijn; we hebben daarbij veel privacy en doen genoeg alleen met het gezin. Sommige weken eten we twee à drie keer per week samen; soms gaan er weken voorbij dat we elkaar nauwelijks zien.’ Auguste vindt het juist fijn dat, als zijn schoonouders in de toekomst misschien zorg nodig hebben, ze dichtbij wonen. ‘Dan hoeven we niet het hele land door te reizen om te helpen. ’Nu plukt zijn gezin de vruchten van de nabijheid. ‘We hebben veel aan elkaar. Zo springen mijn schoonouders bij nu ons derde kind er is. Dat is erg prettig.’ Auguste benadrukt de wederkerigheid. ‘We hebben elkaar veel te bieden. Soms geef je hulp, soms ontvang je hulp. ‘Bij deze manier van wonen bouw je een duurzame relatie op. Op termijn ontvang ik misschien wel hulp van mijn kinderen; alleen als zij ervoor kiezen om ook zo te willen wonen natuurlijk.’
Publicatie Meergeneratiewonen
Hij pleit daarom voor meer mogelijkheden om generaties met elkaar in het wonen te verbinden. Dat klinkt heel logisch maar komt in de Nederlandse praktijk nog weinig voor. Projecten worden nog altijd gepositioneerd op doelgroepen als ‘senioren’, ‘studenten’, ‘gezinnen’, enzovoorts. Om hier iets aan te doen werkt zijn bureau BETA samen met gebiedsontwikkelaar AM aan een publicatie over meergeneratiewonen. Daarin wordt geprobeerd antwoorden te vinden op vragen als ‘Wat is meergeneratiewonen eigenlijk?’, ‘Wat heeft een meergeneratieomgeving nodig om goed te functioneren?’ en ‘Hoe kan de meergeneratieomgeving eruit zien in de Nederlandse context?’ Begin 2023 is de publicatie beschikbaar en zal deze voor iedereen op het internet te lezen zijn. ‘We hebben gekeken naar de beren op de weg maar ook gewoon alle creativiteit laten gaan.’ Zo ziet hij volop mogelijkheden in de naoorlogse flats die in Nederland op veel plekken staan.
‘De galerijflat wordt door velen verguisd maar biedt op het gebied van meergeneratiewonen juist enorm veel kansen. Aan een typische galerij liggen meestal identieke appartementen. Kansen kunnen worden gecreëerd door meer te variëren in de woningplattegrond. Op die manier kun je het stimuleren dat er veel verschillende soorten mensen aan één galerij wonen; kleine studio’s, zorgwoningen, gezinswoningen, friends-woningen en studentenwoningen naast elkaar betekent dat mensen van allerlei leeftijden naast elkaar zullen wonen. Als je dan ook gaat nadenken over het aantrekkelijker maken van de galerij als verblijfsplek en het creëren van ontmoetingsruimtes kan zo’n galerijflat juist bol gaan staan van de solidariteit tussen bewoners.’ In een dergelijk concept is het belangrijk dat mensen passend wonen. ‘Het zou goed zijn als een jong stel in hetzelfde blok kan doorverhuizen als er gezinsuitbreiding komt. En als ze weer kleiner willen wonen, als de kinderen de deur uit zijn, dan zouden ze weer kleiner kunnen gaan wonen. Ik kom veel mensen tegen die groter wonen dan ze zouden willen.’
Maatschappelijk rendement
Ook bloemkoolwijken komen ook in het boek aan bod. ‘We hebben er bewust voor gekozen om naast de typische nieuwbouw in hoge dichtheid, ook bestaande wijken met veel gefragmenteerd eigendom te bekijken. Ook bloemkoolwijken bieden bijvoorbeeld kansen. Door het overvloedige parkeren te concentreren ontstaat er ruimte om bijvoorbeeld een hofjesstructuur te introduceren. Ook zou je vanuit de gemeente het toe kunnen staan om kleine mantelzorgwoningen in de tuinen te bouwen.’
Natuurlijk is meergeneratiewonen niet dé oplossing maar het zal zeker een groep aanspreken. ‘Het levert de samenleving veel op. Met de aanstaande vergrijzing moeten we echt meer gaan kijken naar maatschappelijk rendement. Als we dat doen ontstaat er bij partijen als gemeenten, beleggers en zorgverzekeraars misschien wat meer ruimte om te investeren.’
Meer weten?
Meld je aan voor de gratis, online lunchlezing op dinsdag 14 februari tussen 12-13 uur.
Lees meer:
Aflevering van tegenlicht waar Auguste van Oppen ook aan het woord komt:
https://www.vpro.nl/programmas/tegenlicht/kijk/afleveringen/2022-2023/samen-grijs-worden.html
Reactie toevoegen