Thuis ouder worden, het kan!
Thuis ouder worden, kan het? Vilans en platform ZorgSaamWonen organiseerden samen een webinar over dit actuele thema. Steeds meer ouderen zullen thuis oud worden. Niet alleen neemt het aantal ouderen toe, ook stijgt het aantal alleenwonenden. Tegelijkertijd zijn er minder mantelzorgers beschikbaar doordat de groep 50-75 jarigen in omvang afneemt en de groep oude ouderen nog groeit. Het tekort aan zorgpersoneel zal toenemen door een krimpende beroepsbevolking. Ook na 2040 blijft het aandeel ouderen op een hoog niveau. Dit vraagt veel van wonen, welzijn en zorg, van de inrichting van de wijk, van het aanbod aan voorzieningen. De uitdaging is groot maar de kansen zijn enorm: ouderen nemen een schat aan ervaring en kennis mee. Er zijn steeds meer burgerinitiatieven. De vraag is hoe je het langer thuis wonen zo goed mogelijk kunt organiseren. Er zal een nieuw evenwicht moeten ontstaan tussen formele en informele zorg. En een brug geslagen moeten worden tussen het gat dat er is tussen thuis en het verpleeghuis. Dat dit op verschillende manieren kan en al volop gebeurt, blijkt uit de voorbeelden tijdens dit webinar.
Signaleren
Zo is in Deventer Verbindingscentrum De Fontein. Vijf jaar geleden is Christina Lintsen samen met haar man met dit burgerinitiatief begonnen. Via het aanbieden van allerlei diensten, variërend van het doen van klusjes thuis tot het meegaan naar de dokter kunnen mensen, jong en oud, langer zelfstandig functioneren. Daarnaast biedt het centrum ook activiteiten gericht op onder meer bewegen en ontmoeten aan. Sinds vorig jaar september zijn ze consortium partner geworden van het project Buur&Zo die zich richt op Zorg, Welzijn en Logistiek in de wijk. ‘We zijn samen gestart met een wijkservicecentrum en hebben twee hubs ingericht. Buurtconciërges bouwen een band op met bewoners en bezorgen maaltijden en medicijnen. Net als onze vrijwilligers’, vertelt Christina. ‘De signalen die zij opvangen geven ze door aan het sociaal wijkteam.’ De ambitie is om in de toekomst álle wijken in Deventer te laten aansluiten. Ook in Emmen zijn burgers actief om mensen te ondersteunen bij het langer thuis wonen. Stichting Dorpenzorg is in 2012 opgericht en is een initiatief van zes bewonersorganisaties uit de gemeente Emmen. Jan Schoonbeek, één van de initiatiefnemers licht het toe: ‘We faciliteren 100.000 inwoners en werken met 400 vrijwilligers en 100 professionele organisaties. We vormen de verbinding tussen formele en informele zorg. De Noaberhuuzn zijn de spil. We hebben er 3 in de verschillende dorpen. Daar komen alle aanvragen binnen. Van bewoners, maar ook van professionals vanuit de gemeente en de zorg en welzijnsorganisaties.’ Dorpenzorg doet meer: de stichting verzorgt ook het jongerenwerk. En heeft straatcoaches die de ogen en oren zijn in de dorpen. De flatcoach in Rijswijk heeft die functie in twee en binnenkort vier seniorencomplexen. Dit zijn deels seniorencomplexen, maar ook gemengde complexen waar veel ouderen wonen.. ‘De flatcoach ziet en hoort veel van bewoners’, aldus Frank Kardolus , manager Thuiszorg van zorgorganisatie Pieter van Foreest. De flatcoach is gericht op het bevorderen van de samenredzaamheid van bewoners. In Rijswijk is de flatcoach sinds 2016 werkzaam. De ervaring is dat dankzij de flatcoach bewoners meer activiteiten ondernemen, minder eenzaam zijn en minder vaak een beroep doen op zorg. Sinds een jaar is er ook een flatcoach in Leidschendam-Voorburg en binnenkort ook in Delft, in een nieuwbouwcomplex. In Delft is Frank als manager Thuiszorg betrokken.
Kaderbrekers
Wat is nu de meerwaarde van deze voorbeelden? Wat hebben bewoners eraan? ‘Je hebt kaderbrekers nodig, om de regels te doorbreken en verkokering tegen te gaan. Je moet samenwerken zodat mensen niet tussen wal en schip vallen. Al deze projecten zijn creatief, verbreken kaders en leggen verbindingen.’, zegt Christina. Jan ziet de meerwaarde van Dorpenzorg in het verlichten van de taken van de zorgprofessionals. ‘Door de aanwezigheid van Dorpenzorg komen zorgorganisaties toe aan het verlenen van echte zorg.’ Daarnaast krijgen mensen sneller zorg die ze nodig hebben. ‘Een zorgprofessional staat sneller op de stoep door de aanwezigheid van Dorpenzorg dan via andere wegen.’ Flatcoach Tamara Helder merkt dat mensen meer contact hebben met elkaar en meer meedoen aan activiteiten. ‘Een flatcoach inspireert, motiveert, enthousiasmeert, probeert talenten naar boven te halen. Dat verhoogt het welzijn en stelt zorg merkbaar uit.’ Het vinden van structurele financiering is een aandachtspunt voor het Verbindingscentrum en de flatcoach. Christina: ‘We hopen een proeftuin te worden voor een nieuw financieringsmodel. Welzijn rendeert, als je een model vindt waardoor je niet ieder jaar opnieuw moet zoeken naar de middelen.’ De flatcoach werd in Rijswijk gefinancierd vanuit een innovatiebudget van de gemeenten. Inmiddels is de financiering tot het einde van deze collegeperiode geregeld vanuit welzijns- en wmo budgetten van de gemeente. ‘We zien dit graag structureler terug in de budgetten van de gemeente en andere partners. De woningcorporaties en de gemeente betalen de flatcoach en de zorg- en welzijnspartijen participeren actief mee’, vertelt Sandra Schouten, beleidsadviseur bij zorgorganisatie Florence. In Delft draagt zorgverzekeraar DSW ook financieel bij. Dorpenzorg werkt niet met subsidies. ‘We werken heel efficiënt en maken gebruik van wat er is. De Noaberhuuzn zijn gesitueerd in dorpshuizen dus hoeven we geen huur te betalen. De stichting verzorgt ook het jongerenwerk. Daar krijgt de stichting geld voor’, legt Jan uit.
Volwaardige partner
Bij alle drie de projecten is samenwerking essentieel. ‘We hebben een effectenarena gedaan en gekeken naar het profijt dat organisaties hebben van de flatcoach. Daaruit blijkt dat de signalerende functie van de flatcoach van groot belang is. De lijnen zijn kort. Er zijn minder zorg- en welzijnsvragen sinds de flatcoach er is’, zegt Sandra. Jan merkt dat de professionals Dorpenzorg waarderen. ‘We worden als gelijkwaardige partner betrokken. We zitten bijvoorbeeld in een sociaal team en dan niet in de rol van toehoorder. We werken samen met de politie, met andere vrijwilligersorganisaties zoals Humanitas en Rode Kruis en met vele andere organisaties.’ Hetzelfde geldt voor het Verbindingscentrum. Ook Christina zit in het sociaal wijkteam en in het signaleringsoverleg. ‘Je moet eerst je sporen verdienen voordat je als volwaardig partner wordt gezien. Dat heeft tijd nodig. De vertrouwensband moet groeien.’
De drie voorbeeldprojecten hebben de volgende tips voor de deelnemers. Christina: ‘Wat ons heeft geholpen is dat je begint met de inhoud, met een mooi plan. Werk vooral met leuke mensen, die dezelfde doelstelling hebben. En ga dan pas over geld praten.’ Dat vindt Sandra ook: ‘Start gewoon snel. Zorg dat je een aanjager vindt, zoals Tamara de flatcoach en dan gaan mensen vanzelf meedoen. Door een kleine investering krijg je veel terug aan helpende handen die elkaar ondersteunen.’ Het is niet te meten wat het waard is, maar het is goud waard. Jan is het hiermee eens: ‘Kijk inderdaad niet naar geld, maar kijk verder om je heen. Wij zijn eens naar de Rabobank gestapt en hebben gezegd: we willen geen geld maar we willen gebruik maken van jullie netwerk. Toen viel de Rabobank even stil, maar dat heeft ervoor gezorgd dat we toegang kregen tot een enorm netwerk van bedrijven en hebben we veel kennis opgedaan. Het zorgt ervoor dat je slagvaardig kunt zijn.’ Geen geld maar een netwerk dus! Dat is ook wat Vilans en ZorgSaamWonen met dit webinar willen: bouwen aan een netwerk van mensen die elkaar willen inspireren zodat we samen de brug kunnen slaan. Daar heb je samenwerking voor nodig met informele en formele zorg.
Barbara de Groen, Daniëlle Harkes, Lian Stouthard, Marieke Stork, en Yvonne Witter
Lees meer:
https://www.vidomes.nl/ik-huur/samen-met-vidomes/mijn-flatcoach/
https://www.rijswijk.nl/nieuws/innovatieproject-flatcoach-voortgezet-in-2021-en-2022
https://www.zorgsaamwonen.nl/artikel/flatcoach-houdt-mensen-langer-zelfstandig
Reactie toevoegen