Woongemeenschap light in het Haagse Harvest
Leo Mosselman (76) woonde jaren in Zeist, maar wilde dolgraag terug naar de stad waar hij was geboren en getogen: Den Haag. ‘De zee en het strand trekken enorm. Ik verlangde ernaar terug’, licht Leo toe. Zijn vrouw Paula Weeda (74), die ook haar roots heeft in Den Haag, moest er niet aan denken. ‘Ik wilde niet weg uit Zeist, want ik had daar een groot netwerk en mijn werk.’ Leo ging op onderzoek uit en stuitte op een woonproject in Scheveningen waar de mogelijkheid bestond voor groepswonen. Een initiatief van Centrum Groepswonen waarvan Terry van der Heide de directeur is.
De woningen waren echter te klein naar hun smaak en de afronding van het bouwproject stuitte op zoveel problemen dat de oplevering nog een aantal jaren op zich zou laten wachten.
Terry van der Heide wees hen toen op de mogelijkheid om een woongroep te starten in Harvest, een nieuw te bouwen wooncomplex in de wijk Loosduinen met in het totaal 184 appartementen. Via Centrum Groepswonen had een aantal potentiële bewoners, waaronder Paula en Leo, al met elkaar kennis gemaakt. Zij organiseerden zich als open woongroep met de naam Betrokken Bewoners.
Ook omdat het appartementencomplex een heel bijzonder concept kende: Urban Farming, was Paula uiteindelijk heel enthousiast. ‘Ik ben gelokt door de plannen van dit project. Die leken mij geweldig en ik zag mezelf daar al tuinieren, wellicht wat dieren houden en genieten van het groen’, vertelt Paula. Zij konden er een ruime woning huren en verlieten Zeist.
Moestuin
De teleurstelling was enorm toen bleek dat het terrein volgebouwd zou worden met huizen en het Urban Farming project alleen een lokkertje was geweest. De Betrokken Bewoners liet het er niet bij zitten en begonnen een actiegroep. Met als resultaat dat alleen de al door de eigenaar aangelegde moestuin gespaard zou worden.
De moestuin vormt nu het groene hart van de woongroep. ‘We zijn een lichte woongroep. We hebben geen bestuur, statuten of formele structuur. Elke bewoner, jong of oud kan zich aansluiten. Het is een informeel netwerk van mensen die samen een nabuurschap willen creëren,’ legt Leo uit. Bewoners voelen zich vrij om zich aan te sluiten.
De deur van Paula en Leo staat altijd open. Letterlijk en figuurlijk. ‘Zo krijgen we frisse zeelucht binnen en mensen kunnen komen aanwaaien.’ De leden van de groep ontmoeten elkaar regelmatig in de tuin en in de schuur die uitgerust is met een keuken en verwarming. Ze vieren daar verjaardagen, houden er borrels en andere activiteiten.
Flexibeler
Terry vindt deze manier van samenwonen ideaal. ‘Het is de toekomst, de manier van groepswonen. Het is makkelijk te realiseren. Er hoeft weinig geregeld te worden. Veel traditionele woongroepen zijn naar binnen gekeerd. Bij conflicten valt de groep nog wel eens uit elkaar en dat is funest voor het voortbestaan. Dit is vrijblijvender, wat flexibeler.’ Leo vult aan: ‘Je voorkomt een hoop gedoe. Ook wat betreft toewijzing is onze manier ideaal. Daar heb je geen omkijken naar. Dat gaat via de makelaar die de woningen verhuurt. Als je hier komt wonen, dan kun je je bij ons aansluiten, maar het hoeft niet.’ De bewoners wonen niet bij elkaar maar ‘gestippeld’, dus door het hele gebouw heen. Dat belemmert hen niet om een gemeenschap te creëren.
Woongemeenschap ‘light’
Ze houden contact via social media en in de verschillende groepen waarin bewoners participeren. Paula: ‘We hebben een appgroep, facebookgroep, moestuingroep en sinds kort een kippengroep. Afgelopen zaterdag zijn er kippen gekomen die in het kippenhok bij de moestuin hun verblijf hebben.’ Leo vindt dit heel fijn. ‘Ik had in Zeist kippen en vind het leuk om ze te verzorgen. Eerst waren er tien andere bewoners die mee wilden helpen, nu nog drie.’
Dat laat meteen een mogelijk knelpunt van deze woongemeenschap ‘light’ zien: het succes hangt af van deelname van de bewoners. Er is een aantal gangmakers nodig. Volgens Leo zijn er 5 à 6 nodig die de kar trekken. Terry maakt zich daar geen zorgen over. ‘Dat is vaak zo, maar deze woongemeenschap is organisch ontstaan en er zal aanwas blijven. Gemeenschapsvorming heeft tijd nodig.’ Paula en Leo zijn graag gangmakers. ‘Ik hou van organiseren. Ik kom uit het onderwijs en heb vaak activiteiten georganiseerd.’ Ook Leo is ondernemend en actief. ‘We zijn actief en steken elkaar aan.’
Geen spijt
Paula en Leo hebben geen spijt van de verhuizing naar Den Haag. Ze vinden het prettig dat de samenstelling van bewoners divers is. ‘Als we alleen met leeftijdgenoten zouden wonen, zouden we het saai vinden. Nu zijn er genoeg leeftijdgenoten waar je goede gesprekken mee hebt en dat is prettig, maar juist door de jongere bewoners krijg je andere input. Dat is erg stimulerend. Ik kan iedereen deze formule van het groepswonen aanraden.
Het kan overal in nieuwbouwprojecten, zodat de onpersoonlijke woontorens een sociaal hart krijgen.’ Het kan ook in een bestaande wijk. Terry heeft een voorbeeld: ‘In mijn eigen woonstraat ben ik in coronatijd met een buurtborrel op de stoep begonnen. Ieder neemt een drankje en hapje mee. We doen het na anderhalf jaar nog steeds. En van het een komt het ander.’
Leo ziet vooral kansen bij nieuwbouw, omdat bewoners dan allemaal nieuw zijn en in hetzelfde schuitje zitten. ‘Je wilt je nieuwe buren leren kennen, je zoekt een nieuwe huisarts, tandarts, je weet niet hoe een apparaat werkt en zo zoek je elkaar op, helpt elkaar. Zo raak je betrokken bij elkaar.’
Reactie toevoegen