Kwalitatief goede leefomgeving essentieel voor ontmoeting
Wimke Schuurmans, MT-lid directie Maatschappelijke Ondersteuning/ programmamanager Eén tegen eenzaamheid bij het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport is dit jaar gesprekspartner aan tafel bij de uitreiking van de ZorgSaamWonen Award. In dit artikel lees je meer over haar kijk op eenzaamheid en blikken we terug op vorig jaar, toen de eerste ‘eenzaamheid’ prijsvraag over de invloed van de fysieke leefomgeving op eenzaamheid is uitgeschreven.
Waarom vind je het onderwerp eenzaamheid belangrijk?
Het gevoel van eenzaamheid is heel naar. We hebben als mens allemaal de behoefte aan sociaal contact, aandacht, gezien worden, ertoe doen en ook aan het kwijt kunnen van je verhaal bij iemand. De helft van de Nederlanders ervaart dit gevoel en 1 op de 10 Nederlanders geeft zelfs aan ernstig of langdurig eenzaam te zijn. Dat kunnen we natuurlijk niet laten gebeuren.
Je eenzaam voelen brengt ook met zich mee dat je minder zin hebt om goed voor jezelf te zorgen, gezond te eten en daarnaast mee blijven doen in de samenleving. Dus het kan van kwaad naar erger gaan en uiteindelijk ook gezondheidsproblemen met zich meebrengen.
Bij beleidsmakers, in vrijwilligersorganisaties en bij het bedrijfsleven liggen allemaal ingrediënten om echt iets te doen aan die eenzaamheid in de samenleving. Met het programma Eén tegen eenzaamheid brengen we die stukken bij elkaar en enthousiasmeren we Nederland om allemaal dat verschil te maken.
Vorig jaar was de eerste Prijsvraag Eenzaamheid. Hoe hebben jullie dat ervaren en wat heeft dit volgens jullie opgeleverd?
De prijsvraag was ingezet om voorbeelden waarin de fysieke leefomgeving wordt ingericht of ontworpen op een manier dat het eenzaamheid kan voorkomen, in beeld te krijgen en te stimuleren. Het leverde in de eerste plaats inspiratie en mooie voorbeelden op, die we op andere plekken hebben laten zien.
Dat geldt niet alleen voor de prijswinnaar Inclusief wonen, ook voor Buurtbankjes die de derde prijs wonnen. Verder laat het zien dat het fysieke domein - denk aan projectontwikkelaars, de wethouder ‘wonen’ en/of ‘ruimte’ - ook een ingrediënt in handen hebben.
Wat voor idee heb je zelf bij een buurtroute?
De buurt is van iedereen. Er zijn ontwikkelingen in beleid die leiden tot een meer diverse samenstelling van de wijk, met ook mogelijk meer zorg en ondersteuningsvragen. Er wordt een groter beroep gedaan op de ‘sociale basis’. Denk aan ouderen die langer thuis willen blijven wonen, mensen met psychische kwetsbaarheid, maar ook zeker mensen in het beschermd wonen.
Het is belangrijk dat een wijk toevallige ontmoetingen faciliteert. Dat mensen in contact staan met elkaar en het zo makkelijker is en laagdrempelig om een hulpvraag te stellen of bieden aan een buurtgenoot. Ook zou hoe een wijk is ingericht het ‘naar buiten blijven gaan’ moeten stimuleren.
Buurtroutes zijn voor mij concrete plekken in de buurt waar het goed toeven is: pleintjes, tuinen, waterplekken, speeltuin. Het zijn in de eerste plaats ontmoetingsplekken. Als je die plekken schakelt heb je een mooie wandel- of beweegroute.
In het programma Wonen met Zorg (WOZO) van minister Conny Helder staat de prijsvraag genoemd, er staat ook dat het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) meer aandacht wil voor woonomgeving en ontmoeting in die woonomgeving. Wat willen jullie verder met dit onderwerp als ministerie van VWS?
De leefomgeving van mensen biedt een natuurlijke en vanzelfsprekende mogelijkheid tot ontmoeting, contact en beweging. Hier zijn bewoners aan zet. De ruimte doet ertoe, en de kwaliteiten van die ruimte maken contact mogelijk. We willen de sociale infrastructuur versterken zodat betekenisvolle plekken ontstaan waar alle leeftijden en lagen van de samenleving elkaar kunnen treffen en het relatief makkelijk is kwetsbare buurtgenoten te ondersteunen.
In nieuwe bouwplannen voor bijvoorbeeld geclusterd wonen, kan leefomgeving integraal worden meegenomen en in de woonvisies en uitvoeringsplannen van gemeenten willen we aandacht voor leefomgeving verankeren door een verplichtend karakter.
Verder staan er best wel wat ontmoetingsruimtes leeg. Is er goed gekeken naar wat er in de wijk al is,
voordat er weer nieuwe ontmoetingsruimtes worden gebouwd? Is er goed overleg geweest met de inwoners, de vrijwilligers(organisaties) in de wijk en de lokale ondernemers? Pas dan is het in stand houden van een ontmoetingsinitiatief kansrijk.
Reactie toevoegen