Ecodorp Zuiderveld: zorg voor elkaar en omgeving
Marian Aarts wist niet wat haar te wachten stond toen ze in 2015 lid werd van de Coöperatieve Vereniging Ecodorpen Gelderland, CVEG. Ze vond de plannen mooi: het realiseren van ecodorpen gebaseerd op de pijlers duurzaamheid, goed nabuurschap en zorg voor elkaar en omgeving. Ze kreeg de kans om te bouwen aan ecodorp Zuiderveld in Nijmegen-Noord. Inmiddels is ze er regelmatig 60 uur per week mee bezig en is ze dé kartrekker.
Dat doet ze overigens met veel plezier. ‘Het is namelijk geweldig wat hier komt: 46 sociale huurwoningen voor een kleine 100 bewoners op een prachtige plek en vanuit een gemeenschappelijk ideaal.’ Marian staat op het bouwterrein van het ecodorp waar vaklieden druk bezig zijn met het bouwen van de woningen. Eind november vindt de oplevering al plaats van de eerste woningen. Er komen 19 eengezinswoningen, 21 appartementen en 6 studio’s. Een aantal woningen is rolstoeltoegankelijk. ‘Bijzonder aan dit woonproject is dat het een duurzaam burgerinitiatief is en dat er een mix van bewoners komt te wonen.’ Een klein deel van de bewoners heeft een zorgvraag. Zo zijn er een aantal woningen bestemd voor bewoners die het beschermd wonen niet meer nodig hebben maar nog wel behoefte hebben aan structuur. En in de zorgwoningen komen zorgvragers wonen.
Jong en oud
CVEG en corporatie Talis zijn met elkaar in contact gekomen tijdens de matchingsdag op 19 april 2017, die door de corporatie WBVG werd georganiseerd. ‘Talis wil graag dat hier een woongemeenschap komt. Dat past in hun visie. Talis en de WBVG hebben de nodige ervaring met het realiseren van woongemeenschappen. En gelukkig had Talis ook een locatie. Dat is vaak een groot obstakel bij het realiseren van een woongemeenschap’, zegt Marian. Samen met Architectenbureau Hoogte Twee, aannemersbedrijf Trebbe en de gemeente Nijmegen zijn de corporaties en de bewoners aan de slag gegaan. ’Mensen die voor dit project kiezen, weten dat er meer van hen verwacht wordt dan louter wonen. Zij bieden geen professionele zorg, maar kijken wel naar elkaar om. We hebben acht alleenstaande moeders die hier komen wonen. Die kunnen elkaar ook bijstaan. Ik geloof echt dat het wonen hier kwaliteit aan het leven kan toevoegen. Doordat je voor elkaar klaar staat en samen activiteiten kan ondernemen, of je nu beperkingen hebt of niet.’ Marian voert uitgebreide gesprekken met aspirant-bewoners. ‘Zij draaien eerst een half jaar mee in de groep. Dan wordt duidelijk of iemand past.’ Dat is in een woongemeenschap essentieel. Zij komen elkaar veel tegen en zullen veel voorzieningen delen.
Groene denkers en doeners
In de gemeenschappelijke ruimte kunnen de bewoners elkaar ontmoeten. Er vinden trainingen, vergaderingen en cursussen plaats. Op zolder is ruimte voor meditatie en yoga. Marian: ‘De meeste appartementen zijn klein. ‘ Er is een gemeenschappelijke logeerruimte, wasruimte en badkamer met een mooi bad erin. ‘Alle woningen hebben een douche maar als je in bad wilt, dan kun je naar de gemeenschappelijke badruimte.’ Er komt zelfs een sauna. Ook delen de bewoners de tuin. Ze willen ook zoveel mogelijk gereedschap, apparaten als stofzuigers en auto’s gaan delen. ‘Hoe minder auto’s, hoe meer tuin je overhoudt. De bewoners willen een zo klein mogelijke ecologische voetafdruk achterlaten. ‘We zijn groene denkers en doeners’, zegt Marian. Samen met de andere bewoners van de wijk Zuiderveld denken de bewoners van het ecodorp mee met de invulling van een stuk groen dat de status van archeologisch monument heeft. Het ecodorp zou daar een kruiden-, pluk- en moestuin van willen maken met ‘vergeten’ groenten.
Spijkerbroek op het dak
Duurzaamheid is belangrijk voor de groep. Marian wijst op de daken van de huizen. ‘Kijk, de dakisolatie is gemaakt van afgedankte spijkerbroeken die door mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt zijn verwerkt. Zo proberen wij aan alle kanten bij te dragen aan een sociale en duurzame samenleving.’ De schuur bouwen de bewoners zelf met duurzaam materiaal. En de individuele keukens plaatsen de bewoners zelf. Daarnaast is er nog een grote keuken in de gemeenschappelijke ruimte, die ze ook zelf plaatsen. ‘Tweedehandskeukens, benadrukt Marian.‘ Als het aan de bewoners had gelegen, waren de woningen nog duurzamer geworden. ‘De bouwkosten zijn de laatste jaren enorm gestegen. We hebben water bij de wijn moeten doen. Je moet realistisch blijven.’ Toch zijn ze tevreden over het resultaat. ‘Hoewel ik nu zie dat de deur bij de gemeenschappelijke ruimte aan de verkeerde kant zit. Dat moeten we nog even rechtzetten. We zijn nog op tijd.’
Klussenlijst
Zo heeft Marian weer een taakje erbij op de enorme klussenlijst. Ze doet het natuurlijk niet alleen. ‘Ik heb veel steun aan Bernard Smits, bestuurder van de WBVG. Hij heeft al veel groepen begeleid, zoals Iewan en Eikpunt in Lent. We hoeven dus het wiel niet opnieuw uit te vinden, hoewel ieder woonproject een eigen karakter heeft.’ Zij vindt daarnaast informatie bij het Global Ecovillage Network (GEN). ‘De ecodorpen vormen een grote inspiratiebron voor ons.’ Verder hebben de andere bewoners ook hun taken. De vereniging is gebaseerd op het sociocratisch kringmodel. Dat houdt in dat de bewoners zijn aangesloten bij verschillende kringen, een soort van werkgroepjes. Zo is er een groep dat zich bezighoudt met de bouw, eentje is gericht op de activiteiten en weer een ander groepje denkt na over welbevinden en zorg. Op die manier doet iedereen mee. Iedere kring heeft een coördinator en een afgevaardigde. Tezamen komen ze tot een gedragen besluitvorming. ‘Momenteel telt de vereniging 90 leden. Door corona is het lastiger elkaar te ontmoeten. We hebben nu digitale bijeenkomsten. Het is belangrijk om contact met elkaar te houden.’ Ook volgen ze samen CLIPS-trainingen. Dat staat voor Community Learning Incubator Programme for Sustainability, ontwikkeld door GEN en gericht op gemeenschapsvorming. Marian: ‘Want wonen in een gemeenschap is intensief en vraagt afstemming van jezelf met de ander.’
Grootste ecodorp van Nederland
Het gaat bij de CVEG niet alleen om zorg voor elkaar, maar ook voor de omgeving. De groep wil graag de buurt bij hun project betrekken. Ze heeft de omringende bewoners een brief gestuurd om zich voor te stellen. ‘Dat leverde spontaan aanmeldingen op voor de tuingroep.’ Marian hoopt door het plaatsen van zitjes het project ook toegankelijk te maken voor buurtbewoners en passanten. Er komt ook een boomgaard bij de entree van de wijk, wat ook verbindend kan werken. ‘Er zijn plannen bij de gemeente om hierachter een park te maken en een school te bouwen. Ik zou graag willen uitbreiden met koopwoningen. Er is ruimte genoeg en ik weet zeker dat er ook belangstelling voor is. We worden gewoon het grootste ecodorp van Nederland! Dat wordt genieten straks.’ Marian hoopt dat dit project ook deuren opent voor andere, vergelijkbare projecten. ‘Als iedereen ziet hoe waardevol een duurzame en zorgzame woongemeenschap is, dan wordt het misschien meer gemeengoed. Eigenlijk zou in iedere wijk in Nederland zo’n woongemeenschap moeten komen.’
Meer informatie:
Reactie toevoegen