‘Betrek ouderen bij het ontwerpen van geschikte woonvormen’
Ouderen verhuizen over het algemeen liever niet. Komt dit omdat zij niet willen verhuizen? Of omdat er geen geschikt alternatief is? Dat was de vraag die centraal stond tijdens de lunchlezing van 15 februari jl. Petra de Jong, economisch geograaf, heeft een keuze experiment gedaan met een groep ouderen uit Groningen om deze vragen te beantwoorden. ‘Ik heb een groep ouderen telkens drie woningen laten zien, waarvan een woning hun huidige woning was. Zij moesten dan aangeven welke woning hun voorkeur had en wat hun tweede en derde keuze was. Driekwart van de ouderen koos telkens de huidige woning. ‘Toch is die huidige woning niet altijd geschikt om oud in te worden.’
Redenen om wél de verhuizen
Petra merkte tijdens haar onderzoek dat ouderen alleen verhuizen als er lichamelijke ongemakken optreden. ‘Ze hebben een netwerk in de buurt, herinneringen opgebouwd en zien op tegen het regelwerk. Bovendien gaan sommige ouderen er financieel ook op achteruit. Als ze gaan verhuizen, betalen ze meer huur. Of in het geval van een koopwoning, gaan ze kleiner en duurder wonen. Dat vinden ze geen aantrekkelijk perspectief.’
Toegevoegde waarde
Als ouderen verhuizen dan gaan ze niet naar een standaard seniorenwoning. Er moet wel iets extra’s zijn. De meeste ouderen willen een gelijkvloerse woning, dichtbij voorzieningen. Toch zag ze grote verschillen. ‘De ene oudere is de ander niet. De één wil niet kleiner wonen, de ander wel.' Petra pleit voor het bieden van een gevarieerd woningaanbod. Ook adviseert ze bouwers en ontwerpers om ouderen vanaf het begin te betrekken bij het ontwerp. Petra gelooft niet in een generieke woonoplossing. ‘In plaats daarvan moeten we veel meer oog hebben op diversiteit van ouderen. Producten ontwikkelen gericht op ouderen, ouderen daar actief bij betrekken. Ontwikkelingen die op ouderen gericht zijn. Denk niet te weten wat goed is voor ouderen. Daarvoor is de groep echt te divers en doe je ze tekort’, zo besluit Petra.
Na het verhaal van Petra waren er twee mooie woonconcepten die het ‘verhuisprobleem’ voor een deel moeten kunnen opvangen; Let’s Live, een woonconcept van onze partner AM, en de Thuisplusflat, een initiatief van onze partner gemeente Rotterdam
Praktijkvoorbeelden
Let’s Live is een woonzorgconcept voor mensen die behoefte hebben aan geplande en ongeplande zorg. ‘Let’s Live is ontstaan naar aanleiding van een grootschalig onderzoek onder ouderen in Hillegom’, vertelt Anneke Speelman van AM. ‘Let’s Live probeert antwoord te geven op de kloof tussen thuis wonen en het verpleeghuis. Dit doen we aan de hand van comfortabele appartementen in een geclusterde setting, bedoeld voor mensen die kwetsbaar zijn en een zorgvraag hebben.’ Er zijn acht essenties die Let’s Live vatten: eigen regie, levendige integrale omgeving, 24/7 diensten en zorg, aanwezigheid van een hospitality manager, zorgtechnologie, activering, drempelloze woonomgeving, comfortabel en betaalbaar, en samen met andere partijen en partners. Er is ook een gemeenschappelijke ruimte aanwezig. ‘Het bijzondere aan dit concept is dat de hospitality manager fungeert als een soort opbouwwerker. De hospitality manager neemt contact op met de buurt, zodat ook zij betrokken zijn bij de bewoners van Let’s Live’, zo vertelt Anneke.
In gemeente Rotterdam is de Thuisplusflat een mooi voorbeeld van een tussenvoorziening tussen thuis en het verpleeghuis. ‘We zetten bij de Thuisplusflat in op ouderen met een lichte tot matige ondersteuningsvraag’, vertelt Hanneke Schottert. Zij is vanuit de gemeente Rotterdam betrokken bij het project. ‘Inmiddels zijn er zes thuisplusflats, die worden ondersteund door vijf zorgpartijen en vier woningcorporaties. Er is een focus op welzijn en wonen, met als inzet om mensen zo lang en fijn mogelijk thuis oud te kunnen laten worden. De grootste uitdaging van de Thuisplusflat is het benaderen van verschillende doelgroepen’, stelt Hanneke. 'De Thuisplusflat wordt gefinancierd doordat wij als gemeente een plus-bedrag uitkeren aan de aanbieders. Dit plus-bedrag wordt toegevoegd aan de Wmo-indicaties van de bewoners die een indicatie hebben bij de preferent aanbieder van de flat. Bewoners betalen dus zelf geen plus-bedrag aan de aanbieder.'
Na deze voorbeelden was er nog tijd voor een korte rondetafel. Daar kwam onder meer de vraag aan de orde hoe ouderen kunnen worden betrokken bij het ontwerp van geschikte woonvoorzieningen. Petra: ‘Organiseer avonden waarbij met ouderen wordt gesproken, zodat je elkaar ook kunt stimuleren. Verder is het belangrijk om te sturen op een gevarieerd woningaanbod.’ Volgens Anneke is het ook erg belangrijk om ouderenorganisaties erbij te halen.
Positieve benadering
Conclusie van de lezing was wel dat doorstroming zelf het probleem niet oplost. Het gaat om het centraal stellen van de woonwensen. ‘Let daarbij op de taal’, adviseert Petra. ‘Het gaat steeds vaker over ouderen die woningen ‘bezet houden’. Leg de nadruk niet op het aftakelingsproces.’
Reactie toevoegen