Beter begrip van het brein
‘Ken je die grote stickers op muren in verpleeghuizen waarop een foto van grote bomen is afgebeeld? Dat is mooi maar de context klopt niet. Vandaar dat er heel wat oudere mannen zijn die een plas doen tegen die bomen.’ Dat weet Sylvia de Koning als geen ander. Zij is (medisch) maatschappelijk werker, docent, omgevingsvormgever, adviseur architectuur, bouw en inrichten van binnen/buitenruimten en opgeleid door dementiedeskundige dr. Anneke van der Plaats.
Sylvia Koning
En verbonden aan het BreinCollectief, dat als doel heeft om tot een samenleving te komen die optimaal is afgestemd op mensen met dementie en andere vormen van hersenschade. Sylvia observeert gedrag in relatie tot de omgeving in zorgcomplexen en probeert om samen met multidisciplinaire teams te komen tot een menswaardige, stress reducerende, zingevende leef- en beweegomgeving. Ze ziet goedbedoelde initiatieven in verpleeghuizen om bewoners met de natuur te verbinden maar die anders uitpakken omdat ze de werking van het brein niet goed begrijpen.
Daglicht
Een belangrijk advies van Sylvia aan zorgmedewerkers is om een duidelijke context aan te bieden. Een gang is een binnenruimte en geen tuin. Stel je voor: je loopt je kamer uit en ineens sta je buiten op straat zonder jas. En ‘s nachts dool je door bossen en straten. Voor mensen met dementie is wat zij zien de werkelijkheid. Zij begrijpen de omgeving moeilijker. Daarom is het belangrijk dat functie en betekenis van een ruimte overeenkomen. Een gang kan daarom geen bos zijn of straat. Je kunt het gedrag positief en negatief beïnvloeden door de omgeving zodanig in te richten dat gelijk duidelijk is waar je bent.’ Sylvia observeert regelmatig in verpleeghuizen en bekijkt de omgeving als geheel.
In de meeste verpleeghuizen is de buitenruimte moeilijk te bereiken. Balkons zijn er niet altijd en als ze er wel zijn, laat de toegankelijkheid te wensen over. Of is het onmogelijk om met veel bewoners op het balkon te zitten. ‘Het is belangrijk dat mensen zelfstandig naar buiten kunnen gaan en hiervoor niet afhankelijk zijn van het personeel. Terwijl het krijgen van daglicht voor iedereen nodig is om het dag- en nachtritme te behouden. De ooglens is vaak vergeeld bij ouderen. Daardoor komt er minder daglicht binnen. Des te belangrijker dat er binnen veel daglicht is. Temeer omdat binnen de muren de verlichting vaak slecht is.’ Sylvia waarschuwt dat ouderen het gauw vinden tochten of de zon te fel. ‘Beschutte hoekjes en een pergola beschermen daartegen. Sommige medicijnen maken dat ouderen slechter tegen de zon kunnen.’
Volière
Als ouderen eenmaal buiten zijn, is het zaak dat er iets te beleven valt. Ze ziet veel verveling bij bewoners tijdens haar observaties. Sommige bewoners zijn juist overprikkeld door lawaai, herrie van de afwasmachine of door elkaar pratende medewerkers. Anderen zijn juist onderprikkeld en worden daardoor onrustig en gaan dwalen of roepen en op tafel tikken. Een passende daginvulling is belangrijk en daar hoort het gebruik van de buitenruimte ook bij. Sylvia heeft genoeg tips om het buiten levendiger te maken. ‘Zorg voor sensorische prikkels zoals geuren, kleurige bloemen, een waterpartij, een volière. Het mooiste is als het gebruik maken van de buitenruimte opgenomen is in het activiteitenaanbod. ‘Vaak zijn bewoners afhankelijk van goedwillende vrijwilligers en personeel.’ En voor ouderen die juist behoefte hebben aan rust is er buiten genoeg te bedenken dat zij op een rustig plekje kunnen genieten. ‘Zorg dan wel voor schaduwplekken.’
Gieters en bezems
Zowel binnen als buiten zijn er manieren te bedenken om ouderen uit te dagen in beweging te komen. Buiten kun je gieters neerzetten bij een waterpomp. Een schuurtje waar mannen kunnen rommelen. ‘Zet een bezem neer en geheid dat ouderen de repeterende bewegingen van het vegen nog goed kennen.’ Of leg tuinhandschoenen neer, stukken hout. Het moet uitnodigen om de spullen te gebruiken. Een gepolijste omgeving doet dat niet.
Serre
Ook binnen is er veel mogelijk, zoals het inrichten van een belevingsgebied zoals een kinderkamer. ‘Je kunt ouderen verleiden naar binnen te gaan als ze een kindje horen lachen of als ze op de commode een stapel luiers zien liggen. We merken dat vooral bij vrouwen de behoefte om te zorgen groot is.’
Ouderen gebruiken speeltoestellen die buiten staan meestal niet. Dat komt, volgens Sylvia omdat de toestellen vaak rare, onherkenbare vormen hebben. Mensen weten dan niet wat het is en hoe ze die moeten gebruiken. Het zou helpen als er in georganiseerd verband activiteiten met de speeltoestellen komen omdat ouderen, zeker met dementie, moeite hebben met het nemen van initiatief.’ Zorg dat er een gymgroepje is en dat ouderen onder begeleiding van een student fysiotherapeut of activiteitenbegeleider buiten aan de slag gaan. Maandag kegelen, dinsdag gymmen, woensdag fietsen enzovoort. Bewegen is belangrijk voor het brein zegt ook professor Eric Scherder.
Een serre vindt Sylvia een mooie overgangsruimte tussen binnen en buiten. ‘Een serre heeft echt toegevoegde waarde in een gebouw. Verzin er een activiteit bij en je kunt daar heerlijk in een setting met wat meer licht vertoeven.’ Eigenlijk komt het erop neer dat we goed moeten weten hoe het brein werkt. Anders kun je nog zulke goede bedoelingen hebben, maar is het onaantrekkelijk voor bewoners of te ingewikkeld. Hoe meer het brein beschadigd is, des te meer het gedrag van mensen met hersenschade afhankelijk wordt van omgevingsinvloeden. Met ons werk vanuit het BreinCollectief scheppen we een gunstige omgeving voor mensen met dementie, en hun aangedane brein waarin zij weer mens kunnen zijn. Zowel binnen als buiten.’
Dit artikel is verschenen in het digitale magazine Groen en Gezondheid. Lees het magazine gratis >>
Reactie toevoegen