Thuis bij de Klinkenberg
Dit woonzorgcentrum is in het voorjaar van 2018 opengegaan. Mevrouw Pouw-Odijk woonde eerst in de oude Klinkenberg. ‘Ik woon hier een stuk mooier en fijner.’ Het complex bestaat uit vier gebouwen die rond een plein staan midden in een woonwijk. De gebouwen zijn met elkaar verbonden. Er is een binnenplein en er zijn tuinen rondom. Doorgangen verbinden de binnentuin met de omgeving, nodigen uit tot een wandeling en geven zo aanleiding tot ontmoetingen, participatie en sociale samenhang tussen mensen. Er zijn 120 tweekamerappartementen voor mensen met fysieke beperkingen en voor mensen met dementie. Daarnaast zijn er 13 eenkamerappartementen voor kortdurende zorg. Voor iedere tien appartementen is er een huiskamer. Iedere huiskamer heeft een ruim balkon aan de kant van het plein. De tweekamerappartementen zijn 45 m2. In de toekomst kan van die twee woningen één woning gemaakt worden zodat het vastgoed flexibel ingezet kan worden voor andere doelgroepen mocht dit nodig zijn.
Auteur: Yvonne Witter
Gebouw ondersteunt visie
‘Dit is mijn lievelingsplek’, zegt Jarno Nillesen op de eerste verdieping. Hij is de architect van De Klinkenberg en partner bij Wiegerinck. ‘Vanaf hier heb je aan de ene kant zich op het plein en de terrassen en aan de andere kant op de dierenweide en de buurt.’ Jarno kan trots zijn want wat hij met de bouw hoopte te bereiken is werkelijkheid geworden: bewoners komen elkaar én buurtbewoners op natuurlijke wijze tegen. ‘Jarno heeft goed naar onze visie geluisterd’, aldus Patricia Vermeulen, locatiemanager en werkzaam bij zorgorganisatie Vilente. ‘Onze visie is dat het wonen in onze complexen voor de bewoners zoveel mogelijk als thuis moet voelen. De gebouwen moeten deze visie ondersteunen. Het gebouw moet veilig en open tegelijk zijn. Met verbinding naar de wijk.’ En dat is goed gelukt. Op het plein tussen de gebouwen komen mensen elkaar tegen. Er loopt altijd wel iemand. Er is voldoende aanloop van mensen uit de buurt. Zij komen ook tijdens evenementen zoals burendag, de heideweek, voorstellingen en de kerstmarkt. Buurtkinderen komen naar de beweegtuin toe maar ook kleinkinderen van bewoners maken er gebruik van. De dierenweide trekt jong en oud. Vooral de zwangere alpaca heeft veel belangstelling. Dat houdt iedereen bezig. Ook Mevrouw Pouw-Odijk vindt het buitengewoon interessant. Ze heeft lang op een boerderij gewoond en geniet hier daarom extra veel van de kippen en de geiten. En van de alpaca’s.
Voetjes van de vloer
‘Vanaf de eerste dag zijn de bewoners blij en tevreden. Dat is het bewijs dat we goed begrepen hebben wat de bewoners willen. De medewerkers moesten even wennen aan het nieuwe gebouw en aan een nieuw team. ‘Doordat we met iedere medewerker hebben gesproken over hun wensen en voorkeuren is het werken in een nieuwe setting soepel verlopen’, zegt Petra Veens, teamcoach. Samen met bewoners zijn de ruimten ingericht. Zo heeft iedere huiskamer een heel eigen sfeer. Mevrouw Pouw-Odijk maakt veel gebruik van de gemeenschappelijke huiskamer. ‘In het oude huis zat ik eigenlijk altijd op mijn kamer. Hier niet. Ik speel iedere avond met andere bewoners rummikub. Ook help ik met het voorbereiden van het eten. Er is een handwerkclub en muziek. Ook ga ik iedere maand naar de kerkdienst. En ik doe graag mee met ‘voetjes van de vloer’, een dansactiviteit dat erg populair is. Het is hier allemaal mogelijk. Ik verveel me nooit.’ Er is ook contact met de nabijgelegen school. Leerlingen van de school en bewoners van De Klinkenberg bakken samen pannenkoeken en tuigen de kerstboom op. Patricia heeft een mooie anekdote over de contacten die er tussen jong en oud zijn: ‘Eén keer kwam een leerling die niet zo’n zin in had om met de bewoners te tuinieren. Een oudere bewoner sloeg hem op de schouders en zei: ‘he, wat leuk dat ik jou zie’. Het humeur van de jongen verdween meteen. Even later zag ik hen samen op de kamer van de bewoner in de weer met plantjes. Zij hadden zichtbaar plezier. Dat zijn leuke dingen die gebeuren.’
Gewoon meedoen
Het gaat er bij Vilente om dat bewoners gewoon mee kunnen doen in de maatschappij. Patricia: ‘Het complex ligt midden in een woonwijk. Het dorp is dichtbij. Familieleden wandelen vaak met de bewoner naar Bernardo’s. Dat is de ijssalon. Een begrip in Ede.’ Sommige bewoners gaan zelfstandig naar het dorp. Een van de bewoners drinkt graag een kop koffie in de bibliotheek, een ander gaat wekelijks naar de volksdansclub. Een bewoonster die aan dementie lijdt gaat regelmatig alleen naar het centrum. Dankzij het GPS-systeem kan ze de weg dit zelfstandig doen en kunnen wij mevrouw wanneer zij de weg een enkele keer niet meer weer terug vinden. De medewerkers houden het via een schermpje in de gaten. ‘Als ze te lang wegblijft, dan kijken we even waar ze is.’, zegt Erica Kloots, verpleegkundige. Buurtbewoners zijn geïnformeerd over de bewoners met dementie. ‘Heel soms bellen buurtbewoners op als ze denken dat iemand verdwaald is.’ Het gebeurt nauwelijks. ‘We hebben bewust gekozen voor open deuren. Iedereen is vrij om naar buiten te gaan. Door slimme inrichting kunnen bewoners overal rondlopen en hebben zij eigenlijk niet de neiging ver weg te gaan.
Concerten van de postbode
Het hoogtepunt van de dag is het avondeten. ‘Dan straalt de huiselijkheid er vanaf. Je ziet bewoners de krant lezen, tafel dekken. Het voelt écht als thuis’, zegt Patricia. ‘Na het eten doen we samen de afwas. Muziekje erbij. Dat zijn echt gezellige momenten’, vult Erica aan. Volgens de medewerkers eten en drinken bewoners hier beter dan in het vorige huis. ‘We koken samen. Mensen die het willen en kunnen helpen een handje mee. Je ruikt het eten. Geur is belangrijk’, verklaart Petra. ‘We eten ook vaak buiten op het ruime balkon. Dat helpt ook bij lekker eten en drinken.’ Verder is er meer rust op de groepen dan in het vorige huis. De architectuur speelt hier een belangrijke rol in: bewoners kunnen vrij bewegen en komen op natuurlijke wijze in de huiskamer terecht. Jarno: ‘Door de raampjes die naast iedere voordeur zijn gemaakt, kan er makkelijk contact ontstaan. Mensen zien elkaar en zwaaien even naar elkaar.’ Bij iedere voordeur is een soort nisje geplaatst die mensen kunnen inrichten met eigen spullen. ‘Dat draagt bij aan de herkenbaarheid en maakt het knus.’ Aan het einde van iedere gang zijn belevingsplekken gemaakt Ook die plekken helpen bij de oriëntatie. In gang staat een piano. Daar maakt de postbode die dagelijks de post komt brengen ook graag gebruik van. Volgens de medewerkers speelde hij eerst voorzichtig wat piano. Hij kreeg steeds meer publiek. Inmiddels kijken de bewoners naar zijn mini-concerten uit.
Heerlijk plekje
Ook dorpsbewoners kennen de Klinkenberg. Petra: ‘Mensen komen spontaan langs om te kijken of het voor hun moeder of vader een geschikte plek is. Maar ook ouderen die nog geen zorg nodig hebben vragen regelmatig of ze hier een kamer kunnen huren.’ De kracht van de Klinkenberg is dat de duidelijke visie van de zorgorganisatie goed tot haar recht komt in de architectuur. Bewoners kunnen in een huiselijke omgeving zoveel mogelijk het leven voortzetten dat zij voorheen hadden. Zij kunnen vrij bewegen in een veilige, maar toch open setting. Met genoeg plekken voor ontmoeting en een natuurlijke verbinding met de wijk. Precies wat er nu nodig is met de toename van het aantal ouderen en ouderen met dementie. Mevrouw Pouw-Odijk snapt de grote belangstelling die er is in binnen-en buitenland voor de Klinkenberg. ‘De kamers zijn ruim en het is hier gezellig. Het personeel is geweldig. Ze zorgen uitstekend voor ons. Dat wil toch iedereen? Ik ga nu weer even buiten puzzelen. Lekker in het zonnetje. Kijk, daar op het hoekje heb ik zon en kan ik iedereen zien aankomen. Een heerlijk plekje.’
Reactie toevoegen