Hoe de inrichting van wijken kan bijdragen aan vitaal ouder worden
Op 27 oktober 2020 organiseerde ZorgSaamWonen een webinar over de vraag hoe je woningen en wijken zo inricht dat het bijdraagt aan vitaal ouder worden. Vier sprekers gaven hun visie én praktische tips die je in je werk en privé kunt toepassen.
Lex van Delden, onderzoeker bij Leyden Academy on vitality and Ageing vindt dat er bij onderzoek naar woonwensen te veel nadruk wordt gelegd op praktische factoren en functionele achteruitgang. Liever ziet hij onderzoek naar woonplezier en het thuisgevoel. Uit zijn onderzoek blijkt dat sociale interactie in de buurt bijdraagt aan het woonplezier van ouderen. ‘Een praatje bij de buurtwinkel, vriendschappen in de buurt, het draagt allemaal bij aan je thuis voelen.’ Ouderen waarderen overzichtelijke buurten. ‘Dan moet je denken aan herkenningspunten, een goed onderscheid tussen stoepen en de weg. Een ‘leesbare’ inrichting.’ Binnenshuis willen ouderen graag de regie voeren over welke schilderijen aan de muur hangen, welke meubels er komen te staan. ‘Groen is ook belangrijk voor ouderen, variërend van een eigen tuin tot uitzicht op groen vanaf het balkon. Als het maar niet het zicht ontneemt.’
Leefstraten
De woning kan bijdragen aan het behouden van vitaliteit en verleiden tot een gezonde leefstijl. ‘Een trap houdt je fit. Mochten de treden toch een probleem vormen dan kunnen ‘easy steppers’ ,dus een tussentrede, een goed compromis vormen. Dan blijf je trappen lopen, maar wat makkelijker.’ Ook raadt Lex aan om groenten op ooghoogte in de koelkast te zetten in plaats van de groentelade. Dan pak je eerder iets gezonds. ‘Breng de hobby naar de woonkamer, dan ben je eerder geneigd actief te worden. En zet de tv weg. Muziek maken is veel beter voor het brein.’ De buitenruimte moet ook aantrekkelijk zijn, zodat ouderen uitgenodigd worden om naar buiten te gaan. Buurthuizen, cafés, winkeltjes zijn vaak verdwenen en een groot winkelcentrum is daar voor in de plaats gekomen. Dat is jammer.’ Primaire voorzieningen zouden binnen 500 meter loopafstand bereikbaar moeten zijn en secundaire voorzieningen binnen 800 meter. Bankjes, brede stoepen, jeu de boules banen, schommels bij een bushalte, er zijn veel mogelijkheden om ouderen te stimuleren erop uit te gaan. Lex noemt nog twee inspirerende voorbeelden: de autoluwe leefstraten, ooit ontstaan in Gent, waar mensen elkaar kunnen ontmoeten en de vitality clubs: buitensportclubs voor en door ouderen.
Ruimte voor ommetjes
Dat is geen overbodige luxe, die wandelclubs, want hoe ouder je wordt, hoe minder je sport. Jeroen Hoyng van het kenniscentrum sport en bewegen pleit hij voor beweegvriendelijke omgevingen (BVO). Dat is een leefomgeving die mensen faciliteert, stimuleert en uitdaagt om te bewegen. Om een BVO te creëren heb je verschillende elementen nodig: Hardware, Software en Orgware. De Hardware is de fysieke infrastructuur, de Software staat voor het aanbod aan activiteiten, begeleiding en communicatie en de Orgware omvat alles wat betreft het proces achter het aanbod. Een BVO levert minder overgewicht op, een betere mentale gezondheid, het vermindert eenzaamheid en zorgt voor betere leefbaarheid. ‘Maak ruimte voor ommetjes, zorg voor beweegroutes, zoals de Kwiekroute in Eindhoven. Moestuinen, beleeftuinen en beweegtuinen zijn ook prima. Hoewel beweegtuinen zonder begeleiding ongebruikt blijven.
Geen shared spaces
De gemeente Tilburg werkt met ‘Cross Walk’ om oversteektijd te verlengen zodat ouderen meer tijd krijgen om veilig over te steken. Ook goed onderhoud van bijvoorbeeld bankjes en beweegtoestellen is nodig. ‘Zorg voor aansluiting, zorg voor binding met het buitengebied, omarm burgerinitiatieven’, zegt Jeroen. Ook wijst hij op het belang van dementievriendelijke omgevingen. Het aantal mensen met dementie neemt toe en het is fijn als zij zo lang mogelijk kunnen deelnemen aan de samenleving. Acht gemeenten in Overijssel hebben in het kader van het DOR-project een stappenplan voor een dementievriendelijke omgeving. ‘Shared spaces en regenboogpaden zijn niet handig voor mensen met dementie, blinden en slechtzienden, maar stoepen en straten in contrasterende kleuren, duidelijk gemarkeerde oversteekplaatsen en het plaatsen van duidelijke herkenningspunten kunnen helpen bij de oriëntatie.’
Thuisgevoel
‘In ziekenhuizen verlies je vaak de oriëntatie’, zegt Dorte Kristensen, architect en directeur van Atelier PRO. Daarom heeft zij in een ontwerp voor een ziekenhuis de publieke ruimte als ‘wayfinder’ ingericht. Daglicht, uitzicht, kleuren, kunst, objecten, het helpt allemaal bij de oriëntatie. Het kan ook beweging stimuleren. ‘Maak een wandeling door een gebouw interessant. Zorg dat er wat te beleven valt. Maar ook zitjes, plekken voor ontmoeting zijn belangrijk.’ In de Scheldehof in Vlissingen is daar goed op gelet. ‘Ik heb bij het ontwerp gezorgd dat mensen een thuisgevoel krijgen. En ook dat zij het gevoel hebben onderdeel te zijn van een community. Een leefplek in de breedste zin van het woord. Gangen moeten meer een leefruimte worden. Laten we gewoon een feest maken van de openbare ruimte.’
Smalle beurs
Jan Meerpoel, lid van de bouwpool van het LOC, cliëntenraden reflecteert op de drie verhalen. ‘Ik ben bijna 80 en blind. Ik fiets veel met de duofiets en voel me levenslustig. Toch zijn er mensen die kwetsbaar zijn. Sommigen zijn te goed voor het verpleeghuis maar kunnen niet goed zelfstandig wonen. Zij vallen tussen wal en schip. Ik wil graag een pleidooi houden voor het creëren van betaalbare woningen voor deze groep. ‘ Hij benadrukt dat er weinig geschikte huisvesting is voor alleenstaande ouderen met een smalle beurs. En hij roept corporaties op om meer woningen beschikbaar te stellen voor deze groep. ‘Bij betaalbare woningen voor alleenstaande ouderen mag de woonoppervlakte best wat kleiner zijn, bijvoorbeeld 45-60 vierkante meter en zodoende zijn deze woningen ook zeer geschikt voor alleenstaande jongeren, studenten en starters op de woningmarkt.’ Jan is voorstander van Woonkeur 2015, een certificaat dat wordt afgegeven aan woningen die toegankelijk, flexibel en aanpasbaar zijn en hoopt dat dit meer gebruikt gaat worden. En voor de inrichting van de buitenruimte heeft Jan nog enkele tips: ‘Zorg voor brede trottoirs met bankjes, veilige oversteekplaatsen en voldoende bushaltes.’ Hij strijdt al jaren voor een langere oversteektijd maar dat is in zijn gemeente nog niet gelukt.
Lees meer:
https://www.zorgsaamwonen.nl/artikel/van-levensloopbestendige-woningen-word-je-snel-oud
https://www.allesoversport.nl/
https://www.zorgsaamwonen.nl/artikel/beweegvriendelijke-omgevingen-voor-ouderen
https://www.zorgsaamwonen.nl/artikel/de-scheldehof-meer-dan-een-zorgcentrum
https://www.zorgsaamwonen.nl/artikel/soms-zijn-straten-te-smal-voor-de-bus
Reactie toevoegen