Gastblogger Henk Geene schreef eerder op de site van ZorgSaamWonen over de voorzorgcirkels. Hij zal de komende zomerperiode middels gastblogs zijn gedachten laten gaan over vergrijzing en ouderenzorg. Hierbij de vijfde uit de reeks.
Voorsorteren op het ouder worden
Vijf jaar lang heb ik me verdiept in het ouder worden en in de ouder wordende medemens. Voortdurend heb ik geprobeerd het ouder worden te plaatsen in de omstandigheden in de ouderenzorg die typerend zijn voor dit moment. Dat zijn vooral de enorme vergrijzing en het structurele tekort aan zorgpersoneel. Wat voor consequenties heeft dit voor het ouder worden op dit moment?
De huidige ouderen komen uit een situatie van overvloed. Wij zijn eraan gewend dat er goed voor ons wordt gezorgd. De wetten die dat mogelijk maakten zijn gedurende ons leven gecreëerd. We zijn eraan verslaafd geraakt. We vinden alles gewoon en vanzelfsprekend. Letterlijk zei een oudere tegen mij: “Wij hebben hard gewerkt, we hebben na de Tweede Wereldoorlog Nederland opgebouwd en nu moet de staat voor ons zorgen”. We kunnen moeilijk aanvaarden dat de tijd van overvloed voorgoed voorbij is. Met genoemde houding komen we keihard in botsing met het gegeven van de vergrijzing en het tekort aan zorgpersoneel.
De huidige 75-plusser zou ik als volgt willen omschrijven: “De 75-plusser schaatst op het ijs, hij ziet dat het ijs geleidelijk over gaat in water, hij schaatst gewoon door en verdwijnt in het wak”. Grosso modo steekt de huidige oudere de kop in het zand en voert een struisvogelpolitiek.
De vraag is nu hoe we de 75-plusser kunnen verleiden om zo veel mogelijk de huidige realiteit onder ogen te gaan zien en vervolgens daarop te handelen. Dat handelen is vooral een kwestie van tijdig voorsorteren op een situatie van zorgafhankelijkheid.
Als je als oudere om je heen kijkt, kom je al gauw tot de conclusie dat er weinig mensen zijn die gezond en vitaal sterven. Dat betekent dat de kans heel groot is dat het einde van je leven voorafgaat aan een toestand van zorgafhankelijkheid, niet precies wetende hoe die afhankelijkheid eruit ziet.
Pak 100 echtparen waarvan beiden 80+ zijn: dat zijn dus 200 mensen van 80+. Van die 200 komen er 100 alleen te staan. Een alleenstaande 80-plusser die geen netwerk om zich heen heeft, is zeer kwetsbaar. Als hij valt, zijn heup breekt en na een operatie het ziekenhuis verlaat, is er een groot probleem. Na een heupoperatie kun je niet alleen thuis wonen zonder de steun van een netwerk om je heen. En dan gaan we iets heel geks doen in onze maatschappij: we creëren zorghotels waar deze mensen tijdelijk ondergebracht worden. De toch al ‘euro-slurpende’ zorg wordt hierdoor extra en onnodig belast. Als de betrokkene voorafgaand aan het ongeluk een netwerk om zich heen had gebouwd, had hij na de operatie gewoon naar huis gekund. Zie hier de gevolgen van het niet voorsorteren op het ouder worden.
De afgelopen 40 jaar heeft de rijksoverheid veel bestaande structuren op het terrein van de ouderenzorg wegbezuinigd: de bejaardenhuizen en verzorgingshuizen zijn er niet meer en de deur naar het verpleeghuis staat nog slechts op een kier. Ondertussen is de overheid vergeten nieuwe, vervangende structuren voor (alleen) thuiswonende ouderen te creëren en zitten we met de gebakken peren.
Maar zoals altijd zijn er wel oplossingen te bedenken. Hulp- en steunstructuren rondom thuiswonende ouderen, zoals voorzorgcirkels, kunnen door de ouderen zelf ontwikkeld worden in samenspel met vooral de thuiszorgorganisaties. Dat zal minimaal in het zelfde tempo moeten als de steeds toenemende vergrijzing van onze maatschappij. Als de thans gezonde, vitale ouderen in deze trein stappen, weten ze één ding zeker: als ík later zorg nodig heb, is het heel gewoon geworden die te krijgen van de dan gezonde, vitale ouderen.
De oudere die zich niet voorsorteert op het ouder worden, sorteert voor op ellende.