Gastblogger Henk Geene schreef eerder op de site van ZorgSaamWonen over de voorzorgcirkels. Hij zal de komende zomerperiode middels gastblogs zijn gedachten laten gaan over vergrijzing en ouderenzorg. Hierbij de derde uit de reeks.
High Tech in cure is veelal niet bruikbaar in care
Er wordt de laatste jaren veel geschreven over high tech in de zorg. De ontwikkelingen gaan op dat terrein razend snel en zullen de komende jaren veel nieuwe toepassingen laten zien. Er mag terecht veel van verwacht worden. De laatste tien jaar is de high tech in de zorg vooral ontwikkeld binnen de cure: in en voor het ziekenhuis dus. De meeste techniek heeft te maken met genezing, want daarvoor ben je in het ziekenhuis.
Wat we sinds enkele jaren waarnemen is dat men denkt dat de in en voor de cure ontwikkelde techniek, zonder verder na te denken, ook in de care (vooral de ouderenzorg) toegepast kan worden. Het is de vraag of deze toepassingen in de cure zonder problemen ook in de care gebruikt kunnen worden. Laten we dat eens onderzoeken.
De cure is een hoog ontwikkelde, gespecialiseerde en zeer complexe zorgaangelegenheid. Veel medewerkers zijn van universitair of HBO niveau. Er wordt high tech ontwikkeld op bijvoorbeeld diagnostisch gebied. Deze high tech is doorgaans in het ziekenhuis breed inzetbaar. Er wordt daarnaast ook high tech ontwikkeld die alleen in een klein specialistisch gebied inzetbaar is. In alle gevallen gaat het om complexe problematiek. Dat alleen al vereist personeel op universitair of HBO niveau. Het merendeel van de mensen die in een ziekenhuis terecht komt, ligt daar meestal maar enkele dagen. Eén week in het ziekenhuis is tegenwoordig al lang.
Hoe anders is dit in de ouderenzorg, de grootste care sector. Daar ligt enkel het accent op verzorging. Immers, van ouderdom kun je niet genezen. High tech die ontwikkeld is voor de cure is hier vaak niet bruikbaar. In tegenstelling tot het ziekenhuis, verblijf je lang “in de ouderenzorg”. Als we de start van verzorging leggen bij het moment van indicatiestelling voor thuiszorg, dan verblijf je doorgaans nog jaren in de ouderenzorg. In de ouderenzorg, samengevat als thuiszorg en verpleeghuiszorg, werken weinig mensen van universitair niveau. De meesten zijn van MBO of HBO niveau.
Als we bruikbare techniek willen ontwikkelen voor de ouderenzorg, kunnen we ons het beste richten op de laatste twee jaar van het leven van de oudere. Daarvóór kunnen we volstaan met het vrijwillig maar niet vrijblijvend helpen van elkaar: gezond en vitaal helpt zorgafhankelijk.
Omdat het de bedoeling is dat ouderen zo lang mogelijk thuis blijven wonen -iets wat ouderen zelf ook willen- en omdat er lange wachtlijsten zijn voor opname in het verpleeghuis, richten we ons op de laatste twee jaar dat men nog thuis is.
Hoe ziet de thuissituatie van ouderen in de laatste twee jaar van hun leven eruit? We weten dat er maar weinig ouderen zijn die gezond en vitaal sterven. Dat betekent dat de meeste ouderen in de laatste fase van het leven te maken krijgen met een stevige mate van zorgafhankelijkheid.
Hoe ziet die zorgafhankelijkheid eruit? Dat is per oudere verschillend, maar de volgende kenmerken zien we veel:
- Beginnende of al wat verder ontwikkelde dementie
- Niet meer zelfstandig kunnen lopen
- Moeilijk uit bed kunnen komen
- Zichzelf niet meer of moeilijk kunnen wassen en aankleden
- Eenvoudige apparaten in huis (tv, magnetron, etc.) niet meer kunnen bedienen. Dit lijstje is met vele andere voorbeelden aan te vullen.
Ik zie niet hoe je dit soort activiteiten kunt vervangen door high tech, van welke aard dan ook. Ik zie niet hoe een robot hier het een en ander kan overnemen. Een robot gaat een oudere niet naar het toilet brengen. De huidige generatie ouderen heeft in zijn leven weinig te maken gehad met high tech. Zeker wanneer er sprake is van beginnende dementie is het omgaan met deze nieuwe technieken een groot probleem.
Visionair Bakas schrijft in zijn nieuwste boek ‘De toekomst van zorg’, dat high tech, digitalisering en E-Health een grote toekomst hebben. Persoonlijk geloof ik daar ook in zolang het gaat om de cure, maar in de care gelden andere wetten. Zonder het expliciet te noemen, blijkt Bakas er ook zo over te denken: “Mensen zijn zoogdieren en de zorg voor elkaar is bij zoogdieren een ingeboren kwaliteit. Zoogdieren zijn zorgdieren. Zonder de mens raakt de zorg zijn ziel kwijt, dus we zullen een evenwicht moeten zien te vinden tussen de krachten van regulering, technologisering, financialisering enerzijds en humanisering anderzijds”. Tot zover Bakas. Wat ouderen in de laatste twee jaar van hun leven nodig hebben, is handen aan het bed.
Men doet er verstandig aan om nieuwe technieken, die bedoeld zijn voor toepassing in de ouderenzorg, eerst te toetsen aan bruikbaarheid in de laatste paar jaar van het leven van de ouderen.